LAAT ONS MET RUST!
Sociale bewegingen, repressie en politiemontages
Vijf jaar criminalisering uitgevoerd door Groep 6 van de Provinciale Inlichtingen
Brigade van de Nationale Politie
OVER DIT DOSSIER
Het dossier dat je in handen hebt is de opzet voor een project dat we in voorbereiding hebben, waarin een balans wordt opgemaakt van de repressie tegen sociale bewegingen sinds het aantreden van Julia García-Valdecasas bij de Vertegenwoordiging van de centrale regering in Catalonië. Helaas is het plan voor een goeduitgewerkt, analyserend en nauwkeurig dossier, zoals we dat gepland hadden, gedwongen door de recentste politiemontage, het werk van enkele dagen flink zwoegen geworden. Omdat de werkelijkheid de fictie overtreft, bestaan de gebruikte bronnen uit processtukken, procesverbalen van de politie, krantenartikelen, mededelingen van de autoriteiten, persoonlijke verslagen en materiaal van sociale bewegingen. We hebben verwezen naar de meest relevante zaken, die het best gedocumenteerd en weerlegd zijn. We hopen je spoedig de definitieve versie van het dossier te kunnen presenteren. De gebeurtenissen van de afgelopen weken dwongen de sociale bewegingen de noodzaak in te zien van het opstellen van dit dossier. Aan de samenstelling hebben activisten uit de kraakbeweging, de antifascistische beweging, de antimilitaristische beweging en uit het solidariteitswezen meegewerkt.
Laat ons met rust...
Bij wijze van erratum: ons hart klopt links, dat is onze fout.
Voor meer informatie: suport@sindominio.net
Telefoon: 00-34-696.047.917
Het dossier Laat ons met rust! werd, in de aanwezigheid van diverse activisten uit sociale bewegingen, op 29 januari 2001 aan het publiek gepresenteerd in het Internationale Perscentrum [in Barcelona]. Het definitieve dossier1 met de uiteindelijke lijst van steunbetuigingen, wordt op 23 februari 2001 gepresenteerd in het kader van de Antimilitaristische Dagen, die plaats zullen vinden in het klooster van Sant Agustí de Barcelona en georganiseerd worden door het Antimilitaristisch Netwerk van Catalonië. Je steunbetuiging kun je ons doen toekomen via: suport@sindominio.net of torna@gracianet.org.
Opgedragen aan hen die nog steeds denken dat het de wereld is, die niet in orde is. En niet wij.
Opgedragen aan de immigranten in hongerstaking.
Opgedragen aan Groep 6 van de Provinciale Inlichtingen Brigade voor het bestuderen en in de praktijk uitvoeren van hetgeen generaal Videla, nog zo'n democraat-voor-het-leven, zei: "Terrorist is niet alleen degene die bommen plaats, maar een ieder die handelt in strijd met de waarden van onze westerse en christelijke samenleving". Generaal Videla bracht Argentinië voorspoed door het opleggen van een terreurcultuur die 30.000 vermisten zou kosten.
Door de gebeurtenissen van de afgelopen dagen, die het gevolg zijn van de arrestatie van het Barcelona-commando van ETA, hebben de sociale bewegingen besloten het stilzwijgen te doorbreken en de criminaliserings- en kapotmakingscampagne, die het Ministerie van Binnenlandse Zaken is begonnen tegen de alternatieve groepen in Catalonië, te stuiten. De reguliere pers schenkt enkel aandacht aan de persverklaringen van de politie, die ons definiëren als "het Catalaanse ondersteuningsnetwerk van de ETA". We hebben besloten om deze grove LEUGEN te weerleggen met informatie, die we gedurende meerdere jaren over het optreden van de politie verzamelden. Dit is een voorlopig verslag. Het zal niet lang meer duren voor de definitieve versie uitkomt.
"De inlichtingen van de politie lijken wel opgesteld door de verdwenen Politiek-Sociale Brigade van het Franco-tijdperk".
Uit het vonnis 101/99 van de Vierde Strafkamer van de Rechtbank te Barcelona.
Vertaling: Quico
Verspreiding:
International Bookshop Het Fort van Sjakoo
Jodenbreestraat 24
1011 NK Amsterdam
Nederland
of: Postbus 16578
1001 RB Amsterdam
tel: 00-31-(0)20-6258979
fax: 00-31-(0)20-6203570
internet: http://www.xs4all.nl/~sjakoo
email: sjakoo@xs4all.nl
Toegevoegd aan deze Nederlandse versie werd een deel van een chronologie afkomstig uit het dossier Informe Julia García Valdecasas; Criminalización y difamación de los movimientos sociales. Dit deel van deze chronologie geeft een beknopt overzicht van het repressieve politieoptreden na 1 januari 2001 eindigend in juli 2001 met de illegale inval in en ontruiming van het Barcelonese kraakpand Kasa de la Muntanya. De chronologie is door de vertaler aangevuld met gebeurtenissen in hetzelfde kader tot eind januari 2002. Uit deze Nederlandse versie van het dossier `Laat ons met rust!' werd een solidariteitsverklaring weggelaten van een tweehonderdtal Catalaanse organisaties en personen die zich in de dagen voorafgaand aan de publicatie al achter de eisen van de dossiergroep schaarden. De noten in de tekst zijn van de hand van de vertaler en bedoeld ter verduidelijking van een hoop begrippen en eigennamen die de meeste Nederlanders niets zeggen.
De Spaanse versie van het dossier kenmerkt zich door een groot aantal schrijffouten, slecht geformuleerde zinnen, dubbele vermeldingen, onafgemaakte gedachtegangen en overduidelijk haastwerk. Ik heb zoveel als mogelijk de leesbaarheid proberen te verbeteren, hiertoe heb ik ook een enkele maal stukjes tekst weggelaten, dat heb ik aangegeven met [...]. Ik hoop dat men na lezing een beetje beter begrijpt wat voor een politiek klimaat er de laatste jaren in Spanje geschapen is. Laat Juanra en onverhoopte volgende slachtoffers van dit repressieve beleid, dat Europese politiek dreigt te worden, weten dat je hen steunt!
Quico
Barcelona, januari 2001
Amsterdam, april 2002
Meer informatie over de campagne om Juanra, die op 19 januari 2002 in Amsterdam werd opgepakt, vrij te krijgen vind je op: http://www.freejuanra.org.
0. INLEIDING
WE ZIJN DE POLITIEMONTAGES TEGEN SOCIALE BEWEGINGEN ZAT
Sinds Julia García-Valdecasas in 1996 werd benoemd tot vertegenwoordigster van de Spaanse regering in [de autonome regio] Catalonië, zijn de sociale bewegingen meer dan ooit het slachtoffer geworden van criminalisering en repressie. De balans vertoont meer dan 500 aanhoudingen in vijf jaar. Aanhoudingen op grond van montages van politie, justitie of de pers vinden gemiddeld iedere drie maanden plaats. We hebben de belangrijkste informatie van deze steeds terugkerende pogingen tot criminalisering op een rijtje gezet in de volgorde waarin ze plaats gevonden hebben. Een snelle blik op de gebeurtenissen van de afgelopen vijf jaar levert het volgende op. In 1996 brengt de politie de protesten tegen de ontruiming van [de gekraakte bioscoop] Cine Princesa in verband met Jarrai 2. In 1997 worden krakers uit Terrassa in verband gebracht met gewapende groepen. 1998 was het jaar van de grote ontruimingsgolf waarbij er behalve ontruimd ook veel mensen in elkaar geslagen werden, mensen met getrokken pistolen bedreigd werden, velen werden opgepakt en vervolgens van geweld tegen de politie beschuldigd werden. Januari 1999 bezoekt [de Spaanse premier] Aznar de Autonome Universiteit [in Barcelona] wat studentenprotesten uitlokt die met grof geweld onderdrukt werden, waarmee de autonomie van de universiteit geschonden werd. Mayor Oreja 3 maakte een lijst van gevaarlijke studenten bekend die contacten zouden onderhouden met Jarrai. Ook deze desinformatiecampagne lokte veel verontwaardiging uit. Op 12 oktober 4 1999, na 17 jaar onbelemmerde fascistische manifestaties, moet de antifascistische beweging toezien dat ze gecriminaliseerd wordt, er mensen worden opgepakt en de beweging in verband wordt gebracht met Jarrai. Men herstelt zich snel van de toegebrachte slag en toont wie er werkelijk gewelddadig zijn en ongestraft kunnen optreden: 12000 mensen gaan de straat op uit protest tegen het oppakken van 14 personen. In 2000 culmineert de machtswellust in een militaire parade in Barcelona, die bedoeld is als een hernieuwd machtsvertoon van de centrale regering. Wanneer een bonte schakering van politieke groepen en met name antimilitaristen de straat op gaan om te protesteren tegen dit misbruik van de openbare ruimte, komen Binnenlandse zaken, de CESID 5 en de pers opnieuw naar buiten met het fantoom van Jarrai om de protesten in een kwaad daglicht te stellen. In uitlatingen in de pers ziet minister Josep Piqué 6 wederom "ETA achter deze protesten". De Partido Popular 7 (PP) heeft besloten de franquistische leus "De straat is van ons" weer werkelijkheid te maken. Dat doet ze ten koste van de sociale bewegingen in Catalonië, die ze zwart maakt, uit elkaar drijft en ondermijnt.
De recente arrestatie van twee ETA-leden, die ervan beschuldigd worden deel uit te maken van het Barcelona Commando, heeft als aanleiding gediend om een nieuwe montage van niet te overziende en angstaanjagende proporties te lanceren. Binnenlandse Zaken en de vertegenwoordiging van de centrale regering in Catalonië maken gebruik van de maatschappelijke consensus die er bestaat ten aanzien van de bestrijding van ETA om de politiemontages te legitimeren die er de afgelopen zes jaar tegen de sociale bewegingen in Catalonië in het geweer zijn gebracht. Om tegenover de publieke opinie de heksenjacht, de repressie en de zwartmakerij - die de afgelopen jaren ons deel zijn geweest - goed te praten, verzekeren ze dat wij deelnamen aan of dekking geven aan de gewapende strijd. Onze strijd is openlijk, dagelijks en zichtbaar voor alle mensen die de sociale centra, de manifestaties en de activiteiten die wij organiseren, bezoeken.
EERST WORD JE OPGEPAKT, DAARNA WORDEN DE BEWIJZEN GEZOCHT
Wat de regering niet aan de publieke opinie toont is de werkelijke rol van de politie in deze montage. Een goed voorbeeld daarvan is de arrestatie en isolatie van M.A.C. die in verband werd gebracht met het [Barcelona] Commando. De politie pakte hem op 11 januari 2001 op zonder ook maar één bewijs in de hand te hebben. Vijftien agenten deden om drie uur 's nachts een huiszoeking en namen als bewijs een abonnementskaart [voor de automatische toezending van uitgaven van een] Baskische uitgever mee. De voornaamste reden voor zijn aanhouding is dat de Inlichtingenbrigade van de Nationale Politie hem geregistreerd heeft staan als strijdbaar vakbondsman en militant communist, hetgeen hij ook nooit verheimelijkt heeft. In de maanden voorafgaande aan zijn arrestatie had M.A.C. diverse waarschuwingen in die richting gekregen en werd hij diverse malen voor zijn eigen huisdeur door agenten in burger bedreigd.
Op hem wordt de Antiterreur Wetgeving [in het Spaans afgekort als LAT] toegepast, die volgens de CPT 8, de Verenigde Naties en Amnesty International alle mensenrechten met voeten treedt. Hij wordt verhoord en psychologisch en fysiek gemarteld (hij wordt met een telefoonboek geslagen om geen sporen achter te laten). Bij aankomst op het politiebureau wordt hem een open venster getoond en zegt men hem dat dit zijn eindbestemming is als hij niet `praat'. Wanneer hij na vijf dagen isolatie bij de Audiencia Nacional 9 wordt voorgeleid, vraagt rechter Teresa de Palacios om begrip voor de vergissing die er in zijn geval gemaakt is. Hetzelfde gebeurt bij Daniel M.C. en Marta M.C., die vrijkwamen zonder aanklacht nadat vast kwam te staan dat ze niets wisten van de activiteiten van de huurders 10 van hun appartement. Wat een arrestatie volgens `normaal' politierecht had moeten zijn werd een arrestatie op grond van de LAT. F.B.M. en C.M.G. werden eveneens opgepakt op grond van de LAT voor het voor één nacht verlenen van onderdak aan Diego Sánchez. Ze kwamen vrij na het betalen van een borgtocht van 200.000 pesetas [1216,00 Euro] per persoon. De vriendin van Diego werd opgepakt en vrijgelaten op dinsdag 16 januari 2001, nadat duidelijk werd dat ze niet wist waar hij zich ophield. Het onderzoek had volgens normale procedures afgewikkeld kunnen worden, zonder de noodzaak van het toepassen van de LAT op vijf personen, met de schade die dat voor hun aanzien meebrengt. Wie vergoedt de psychologische en sociale schade aan deze mensen die als schuldigen zijn aangemerkt? De zaak van M.A.C., die familieleden en vrienden 600.000 pesetas [3648 Euros] kostte, voor het betalen van reis- en andere kosten, is voorgelegd aan internationale organismen voor de verdediging van de rechten van de mens.
VERWARRING, DESINFORMATIE EN LEUGENS
De werkelijke aard van de montage kwam aan het daglicht op het moment dat Diego Sánchez besluit zich bij de rechtbank aan te geven, om te voorkomen dat de LAT op hem toegepast wordt. Vanaf het moment dat de politie een opsporingsbevel tegen hem uitvaardigde, publiceerden de media politietelexen, zonder de gepresenteerde feiten te controleren, waarin gesteld werd dat Sánchez, onder andere, "degene was die tijdens de antifascistische demonstratie op 12 oktober 1999 vuurpijlen uitdeelde die afschoten werden in de richting van de politie". In de eerste plaats was Sánchez niet aanwezig op de demonstratie van 12 oktober 1999, dus is het onmogelijk dat hij hetgeen hem voor de voeten geworpen wordt, gedaan heeft. Evenmin bestuurde hij een busje van waaruit vuurpijlen werden uitgedeeld, omdat er überhaupt geen busje was. Hoe dan ook, als de politie vasthoudt aan de ernstige beschuldiging dat Sánchez het busje bestuurde en vuurpijlen uitdeelde, waarom werd hij dan [toen al] niet opgepakt?
In de tweede plaats heeft het verband dat de politie poogt te leggen tussen een vermeend ETA-lid en de antifascistische beweging een overduidelijk doel: het brandmerken door de media van de 22 mensen tegen wie een strafrechterlijk vooronderzoek loopt, hen de brede maatschappelijke steun te ontnemen, die ze na hun arrestatie, in hechtenisname en criminalisering genoten, en het zwart maken van de antifascistische strijd in het algemeen. Als gevolg van de gebeurtenissen van 12 oktober 1999 bracht de antifascistische beweging te berde dat de fascistische organisaties zich gedurende 17 jaar in de [Barcelonese] wijk Sants hebben kunnen organiseren en manifesteren dankzij de passieve medeplichtigheid van de vertegenwoordiging van de centrale regering en het gemeentebestuur. De vanuit de buurt opgezette protesten op 12 oktober 2000 en de brede steun die het Burgerplatform voor een 12e oktober in vrijheid genoot, zit de vertegenwoordiging niet lekker, omdat ze er op wijzen dat de vertegenwoordiging degene is die de fascisten beschermt en degenen criminaliseert die deze toestand aan de kaak stellen. Anderzijds stelde het eerste jaarverslag van de Catalaanse Mediaraad vast dat de media in de berichtgeving, met betrekking tot de demonstratie van 12 oktober 1999, de beroepsgedragscode van het journalistenverbond hebben geschonden door het verspreiden van politieberichten, die onjuiste informatie bevatten en niet gecontroleerd waren. Zodoende werd een klimaat van maatschappelijk onrust gecreëerd dat bepalend was voor het besluit van rechter Remei Bona om 14 mensen in hechtenis te houden en acht anderen met een aanklacht naar huis te sturen.
Op deze wijze hoopte de politie zijn geloofwaardigheid op te krikken en tegelijkertijd bewijzen aan te dragen die zouden moeten bewijzen dat Jarrai de incidenten op 12 oktober 1999 georganiseerd had. In diverse krantenartikelen werd zonder enige onderbouwing en slechts gebaseerd op inlichtingen vanuit politiekringen, gesteld dat "ETA van plan was een Catalaans commando op te richten" en "nieuwe activisten te ronselen onder de groeperingen die zich in Catalonië verzetten tegen het huidige systeem, aldus de bevindingen van de politie" (Albert Gimeno in La Vanguardia, woensdag 24-1-2001).
De criminaliseringsstrategie van de PP is tamelijk expliciet. In een interview voor de kabelzender COPE, liet de vertegenwoordigster van de centrale regering in Catalonië, Julia García-Valdecasas (die vanuit zeer diverse hoeken het verzoek heeft ontvangen om ontslag te nemen), niets aan duidelijkheid te wensen over. Volgens haar heeft de politie "voor het eerst weten aan te tonen (d.w.z. dat ze erkent dat ze het nooit eerder hebben aangetoond) dat er banden bestaan tussen radicale systeemvijandige groepen en de ETA". Valdecasas verklaarde dat: "activisten van deze groepen naar Baskenland gaan en door Jarrai ideologisch geïndoctrineerd worden en training ontvangen in het schoppen van relletjes, als voorbereidingsfase voor een min of meer actieve samenwerking met ETA" (`Valdecasas verbindt ETA met systeemvijandige groepen' in El Periódico de Catalunya, donderdag 25 januari 2001).
Op zondag 28 januari benadrukte Jaime Mayor Oreja 11 dat "ETA contact heeft gemaakt radicale, gewelddadige en naar Catalaanse onafhankelijkheid strevende groepen, die hen van informatie voorzien voor het plegen van aanslagen. We hadden gelijk toen we naar aanleiding van de relletjes op de Autonome Universiteit van Barcelona (UAB) 12 waarschuwden dat dit aan de gang was. Het waren geen voorwendsels". Het is toch overduidelijk dat wanneer deze geschetste situatie werkelijk zo zou zijn er allang een groot aantal arrestaties plaats zou hebben gevonden. Een aaneenschakeling van leugens die onder zijn eigen gewicht bezwijkt. Tot op heden is er geen enkel bewijs getoond voor de ongeloofwaardige en criminaliserende theorie dat Jarrai of ETA, zoals in een nog recenter interview wordt gesteld, aanwezig zouden zijn geweest op de UAB. Het is waarschijnlijk overbodig om te vermelden dat Mayor Oreja de aanwezigheid van Jarrai ook al tijdens de mijnwerkersprotesten in [de noordelijke provincie] Asturias heeft vastgesteld. Verder commentaar lijkt ons overbodig.
ZIGOR LARREDONDA: DE RECENTSTE POLITIEMONTAGE
Een ander overduidelijk doelwit van de criminalisering door de politie is de kraakbeweging, gepersonifieerd in de montage waar Zigor Larredonda, een inwoner van Terrassa en actief in de beweging in deze stad, het slachtoffer van geworden is. Voordat Diego Sánchez verhoord was, benadrukte de politie al in haar mededelingen dat hij contacten met Zigor gehad zou hebben. Eveneens verzekerde ze dat Zigor in 1995 had gepoogd het Barcelona Commando opnieuw op te zetten, ondanks het feit dat Zigor [destijds in 1995] zonder aanklacht was vrijgelaten door Garzón 13.
Zigor Larredonda is het slachtoffer van criminalisering en politievervolging sinds de politie voor het eerst de LAT op hem van toepassing liet zijn. Hij werd er toen van beschuldigd contact te hebben gehad met een vrouwelijk lid van het Commando. De in vrijheidstelling zonder aanklacht door het Nationaal Gerechtshof in 1995, wegens zijn onschuld en gebrek van bewijs, heeft nergens toe gediend. Vele media hebben artikels gepubliceerd waarin hij gestigmatiseerd wordt, zijn naam, foto en persoonlijke biografie zijn afgedrukt en zij slikken de politieversie waarin hij als schuldige aangewezen wordt. Tevens werd er beweerd dat hij was opgepakt in gezelschap van het vrouwelijke ETA-lid Rosario Ezkerra, terwijl hij in werkelijkheid in zijn eigen woning werd opgepakt toen hij met zijn eigen vriendin in bed lag. Wij zijn van mening dat men zich schuldig maakt aan een campagne van lasterpraatjes en publieke belediging, schending van de privacy en het beschadigen van zijn imago en publicatie van onjuiste beweringen. Aan de andere kant is evenmin het beginsel dat iemand onschuldig is tot het tegendeel bewezen is geëerbiedigd, een feit dat zelfs door de burgemeester van Terrassa is opgemerkt in een verklaring die hij aan de pers deed toekomen. Door al deze gebeurtenissen heeft de familie van Zigor zich genoopt gezien, afgelopen 25 januari 2001 bij de arrondissementsrechtbank van Barcelona, een aanklacht in te dienen tegen diverse journalisten die verantwoordelijk zijn voor de reeds genoemde artikelen.
Een belangrijke bewering die in de media afgedrukt werd, was dat Zigor een plattegrond had van de wijk Sant Adrià del Besos, waar de ETA een aanslag uitvoerde op een gemeenteraadslid van de PP. Deze informatie is volgens de politie bekend geworden na de huiszoeking in de woning van Zigor in Barcelona. Dit ondanks dat de media stelden dat de woning van Zigor zich in Terrassa bevindt. Een andere overduidelijke leugen is dat hij leider zou zijn van PUA 14 en dat hij niet meer op zijn werk verscheen zou zijn sinds de donderdag voor zijn arrestatie (Zigor is werkeloos!).
Ten eerste is de genoemde plattegrond een bijlage van de stadsgids die de gemeente Barcelona huis aan huis verspreid. In de tweede plaats werd de huiszoeking uitgevoerd terwijl de vriendin van Zigor, die met hem samenwoonde, samen met hem naar Madrid was om een verklaring af te leggen voor het Nationale Gerechtshof. Ten derde hebben de familieleden in persverklaringen gesteld dat de huiszoeking eventueel onrechtmatig is geweest: de politie beukte de deur van het appartement in en de in beslag genomen inventaris staat op een lijst die geheim gehouden wordt. Als consequentie daarvan kan niet vastgesteld worden of de woning in aanwezigheid van getuigen, die niet van de politie zijn, werd doorzocht, zoals de wet voorschrijft. Evenmin weet men of er persoonlijke bezittingen met vingerafdrukken van Zigor erop zijn meegenomen, om vervolgens te kunnen zeggen dat ze die voorwerpen in de appartementen van de leden van het Commando zouden hebben aangetroffen. Ook kan men niet zeggen of er door de politie bezwarend bewijsmateriaal is achtergelaten in de woning. De vader van Zigor stelt dat hij bij meer dan twee gelegenheden het licht heeft zien branden in de woning en dat de politie de woning kan betreden en verlaten wanneer ze maar wil, omdat ze er na de inval een nieuw slot in heeft gezet en alleen een sleutel geeft aan zijn vriendin wanneer zij die op komt halen op het hoofdbureau van politie. De politie deelde haar dat mee tijdens een telefoontje naar haar persoonlijke mobiele telefoon, zonder ook maar te verklaren hoe ze aan haar telefoonnummer was gekomen.
Zigor gaf zich zelf aan bij het Nationaal Gerechtshof om zijn fysieke integriteit veilig te stellen, omdat hij al wist hoe de `gebruikelijke' verhoren en martelingen verlopen die de toepassing van de LAT met zich meebrengen, en hij heeft in zijn verklaring voor de rechter verklaard geen enkele band met het Barcelona Commando te onderhouden. Desondanks heeft de rechter zijn voorlopige hechtenis gelast, en hem in beschuldiging gesteld van samenwerking met een gewapende groep, deels op basis van de verklaring die Diego Sánchez bij de politie aflegde. Larredonda heeft verklaard dat Diego Sánchez is blootgesteld aan fysieke en psychologische marteling en zijn verklaring onder zware druk heeft afgelegd. Een verklaring afgelegd onder marteling heeft geen enkele juridische waarde. Het eerste bezoek van Zigor's familie aan de gevangenis van Soto del Real (te Madrid) heeft het bestaan van een politiemontage tegen Zigor bevestigd.
De laatste schending van de fundamentele rechten van Zigor Larredonda heeft plaats gevonden in de gevangenis van Soto del Real, alwaar de directeur van de bajes hem heeft gedwongen tot het ondertekenen van een document waarin hem medegedeeld wordt dat alle telefoongesprekken die hij met familie en vrienden voert, zullen worden afgetapt en opgenomen. De directeur rechtvaardigt die maatregel met drie redenen: de eerste is het gevaar dat Zigor vormt door zijn vermeende band met het terrorisme; de tweede is zijn vermeende band met ETA; de derde is het verbreken van de wapenstilstand tussen ETA en de regering. Deze opstelling doet vermoeden dat de autoriteiten van de bajes denken dat Zigor informatie zou kunnen doorgeven opdat ETA een aanslag op de extra beveiligde bajes kan uitvoeren. Het is ongeloofwaardig, in strijd met het gezond verstand en uiterst kwetsend jegens de persoon in kwestie en zijn directe omgeving.
Het is ons duidelijk dat Zigor in de bajes zit vanwege drie basisredenen: de eerste zijn zijn familiebanden met Baskenland; de tweede is zijn voortdurende en vasthoudende betrokkenheid bij diverse sociale, niet-hiërarchische en solidariteitsbewegingen; en ten derde vanwege de brede steun die hij kreeg na zijn arrestatie in 1995, toen zijn onvoorwaardelijke vrijlating werd geëist door een breed spectrum aan groepen en personen uit de Catalaanse bevolking. Sindsdien heeft de politie hem, zoals zo vele anderen, niet meer uit het oog verloren en is een op zijn persoon gerichte vervolging begonnen waarbij ze geprobeerd hebben hem bij diverse gelegenheden te criminaliseren.
HET ANTIMILITARISME OOK AL
De antimilitaristische beweging is eveneens doelwit van het criminaliseringsoffensief dat de vertegenwoordiging van de centrale regering in Catalonië is begonnen. De televisiezender Tele 5 heeft zelfs gesteld dat Iñaki Crutxaga, een van de leden van het Barcelona Commando, aanwezig was bij de demonstratie tegen de militaire parade in Barcelona op 27 mei 2000 (waarbij - volgens de bronnen - rond de 47.000 personen aanwezig waren). Een bewering die iedere logica ontgaat en niet alleen door ons tegengesproken is. Kort geleden heeft de Catalaanse Mediaraad (CIC) een vonnis geveld waarin wordt gesteld dat het dagblad La Razón de beroepsgedragscode van de CIC heeft geschonden door op de voorpagina te publiceren dat Jarrai deelnam aan de protesten tegen de parade. Het Plataforma per la Pau [Vredesplatform] diende een klacht in bij de CIC om een weerwoord te bieden aan de criminaliseringspogingen van minister Piqué en diverse massamedia in de weken voorafgaand aan de parade. Algemener kan gezegd worden dat het hier gaat om een lastercampagne tegen een breed gedragen afkeer die de aanwezigheid van de strijdkrachten bij de Catalaanse bevolking oproept. We moeten niet vergeten dat duizenden mensen demonstreerden op de dagen voorafgaand aan en op de dag zelf van het militaire optreden. Denkt de politie soms dat Lluís Llach 15, die ook deelnam aan het concert tegen de parade - eveneens ETA-medewerker is? De berichtgeving van La Razón bevatte op 28 januari 2000 onder andere een grote foto met als onderschrift "Relletjes in [de Barcelonese wijk] Sants" en op de foto was te zien... Lluís Llach tijdens zijn optreden, zonder bijpassend onderschrift bij de foto. Pathetisch.
Op regionaal niveau zien de sociale bewegingen zich ook geconfronteerd met dit criminaliserende klimaat. Het dagblad El Diari de Girona stelde kortgeleden dat de beweging van krakers, onafhankelijkheidsnastrevers en tegenstanders van stierenvechten, informanten zouden kunnen zijn van ETA ("De politie vermoedt dat het Barcelona-Commando informanten had in Gerona"). De atmosfeer van "leer de dissidenten een lesje", zoals geformuleerd door de politicoloog Joan Subirats ("Verdoezelde grenzen", in El País Catalunya, 17 januari 2001) lijkt zich ongestraft steeds verder te verscherpen.
DE DRIJFJACHT VAN DE POLITIE GAAT DOOR
En zo vallen alle stukken in deze nieuwe politiemontage, gericht tegen de sociale bewegingen, langzaam op hun plaats. Door ons te beschuldigen van het verlenen van dekking aan de ETA, rechtvaardigt men de ongeregeldheden in het politiewerk en poogt men onze geloofwaardigheid bij een breed publiek kapot te maken. Wij denken dat de willekeurige arrestaties van de afgelopen weken slechts het begin zijn van een offensief dat is ingezet door het ministerie van Binnenlandse Zaken met de bedoeling de alternatieve bewegingen in Catalonië politiek en maatschappelijk ontmantelen. Al sinds lang weten wij dat de Antiterrorismewet en de aanscherping van andere wetgeving (zoals de wet op de minderjarigen en de vreemdelingenwet) niet enkel gericht is op een van de partijen die bij het Baskisch conflict betrokkenen is, maar om ze toe te passen op het gehele spectrum van groepen dat actief is in sociale bewegingen in de Spaanse staat. Temidden van de grote hoeveelheid leugens die de politie, zonder enige terughoudendheid of enig respect, middels de massamedia naar buiten brengt, maakt één leugen meer of minder ook niets uit. Wanneer ze spreken over het "Catalaanse steunnetwerk voor de ETA" dan zinspelen ze impliciet op het zogenaamde "terrorisme van lage intensiteit", op de "kale borroka 16" en de zogenaamde "groepen Y". Wij vermoeden dat de volgende stap van de inlichtingenbrigade het aanwijzen zal zijn van bekende persoonlijkheden uit de sociale bewegingen en hen in te delen in een fictief organogram dat orders aanneemt van de vermeende medewerkers van de ETA, zoals al eerder gedaan is met de alternatieve beweging in Madrid in samenhang met de GRAPO 17. Wij, de rest van het associatieve netwerk en de burgersamenleving hebben het in de hand om deze voorspelbare heksenjacht tot staan te brengen. Des te meer nu de top van de Wereldbank 18 in Barcelona in juni aanstaande lijkt door te gaan en zich een gedegen maatschappelijke en politieke oppositie tegen deze top begint te formeren.
HET WERKELIJKE EPICENTRUM VAN HET CONFLICT:
GROEP 6 VERSUS DE SOCIALE BEWEGINGEN
Binnenkort moet de chef van Groep 6 van de Provinciale Inlichtingen Brigade (BPI) - in het oog springende hoofdrolspeler in al deze episoden van politionele straffeloosheid - voor de rechter verschijnen om weerwoord te voeren tegen een aanklacht wegens marteling, die werd ingediend door een persoon die was opgepakt tijdens een demonstratie op 4 februari 1998 tegen een golf van ontruimingen van kraakpanden. Het was precies in deze periode dat de Inlichtingenbrigade (in de volksmond `de geheime dienst') begon met het bedreigen met pistolen van deelnemers aan demonstraties in verband met kraken. Op 20 januari 1998 namen 6 agenten van Groep 6 demonstranten onder schot tijdens een demonstratie tegen een ontruiming in [de wijk] Sants. Voordat ze hun wapen op deze mensen richtten hadden ze al geprobeerd deze mensen op andere, niet minder brute wijze, te intimideren. Mensen werden wederrechterlijk aangehouden en verhoord, anderen werden op straat gevolgd of bij hun woning opgewacht, ofverbaal geïntimideerd tijdens demonstraties. Bij een aantal gelegenheden grepen ze naar hun, onder de kleding, verstopte wapen of wezen op hun wapen.
De inspanning van deze mensen om dergelijke politiepraktijken publiekelijk aan de kaak te stellen leverde hen een constante achtervolging door leden van Groep 6 op. De Brigade beschuldigde degene die tegen hen een aanklacht wegens marteling had ingediend, van poging tot mishandeling. Een fotografe die meerdere malen agenten had gefotografeerd, die hun wapen trokken en er mee op mensen hadden gericht, werd geïntimideerd en juridisch vervolgd. Meerdere malen werden mensen uit de beweging die deze praktijken aan de kaak stelden via de media beschuldigd van mishandeling... Zo treedt de politie op, die zichzelf verkoopt als garantie voor onze veiligheid en die van de openbare orde. Ze verzamelt informatie, foto's en illegale databestanden over personen en sociale bewegingen. De controle en de onderzoeken die de Brigade uitvoert vinden hun weerslag in persoonsgebonden databestanden die zich bevinden in de Dirección General de Policía (DGP [Algemene Leiding van de Politie]). Nog een bewijs voor deze taakstelling wordt geleverd door de zaak van de eerste persoon die opgepakt werd in het kader van de montage rondom het Barcelona-Commando. Terwijl hij in isolatie zat op een politiebureau in Barcelona werden hem drie dossiers voorgelegd. Twee hielden verband met de protesten tegen de top van de Wereldbank en het IMF in Praag 19"> en die tegen de top van de premiers van de Europese Unie in Nice 20 - waartoe opgeroepen was door de Movimiento de Resistencia Global (MRG [Beweging van Globaal Verzet]). De derde bestond uit informatie met betrekking tot de campagne voor de afschaffing van de buitenlandse schulden [van de Derde Wereldlanden]. In de ogen van de politie is het een misdrijf om de kwijtschelding te eisen van de buitenlandse schulden van de Derde Wereldlanden, die volgens de FAO dagelijks 70.000 mensenlevens door hongersnood kosten.
PESSIMISTEN VAN DE WERKELIJKHEID, OPTIMISTEN VAN DE ACTIE
Wij, de mensen die deel uitmaken van de alternatieve sociale bewegingen, hebben al geruime tijd geleden een bewuste keuze gemaakt die in overeenstemming met ons ideeëngoed is: het aan de kaak stellen van sociaal onrecht. Of het nu om speculatie, politionele straffeloosheid, militaristisch geweld of het fascistische karakter van het Spaanse nationalisme betreft. En we doen dat in alle openheid, met een open vizier, door een maatschappelijk debat op gang te brengen dat door de parlementaire democratie en andere conventionele vormen van politieke participatie om zeep is geholpen. Onze keuze voor strijd is, zoals we al eerder zeiden, gewoon, openlijk en zichtbaar. We houden vast aan onze actieve strijdlust en onze opstelling tegenover het machtsmisbruik waarop de huidige economische, politieke en sociale macht steunt. Juist om die reden heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken er belang bij om ons maatschappelijk in diskrediet te brengen en ons door politieoptreden kapot te maken. Het doel van de repressie is niet enkel angst aanjagen, maar ook het stuiten van de groei en de consolidatie van de antimilitaristische- en de kraakbeweging. Het is de bedoeling dat we ophouden met het creëren van ruimtes waar participatie en horizontale debatten voorop staan en waar het werk niet-hiërarchisch georganiseerd is. Dat we niet langer kunnen tonen dat het mogelijk is je te organiseren en te streven naar een samenleving die van onderop georganiseerd is op een wijze waarbij iedereen gelijk is, ongeacht de personen die er aan deel nemen, waar de beslissingen bij consensus tot stand komen en informatie toegankelijk is voor iedereen. Als het ons zou lukken dat aan te tonen dan zou hun bestaansrecht daarmee komen te vervallen, en dat baart hen grote zorgen.
We nodigen jullie uit om dit dossier goed te lezen en ons te helpen om deze nieuwe vorm van inquisitie tot staan te brengen.
1. SOCIALE BEWEGINGEN, REPRESSIE EN POLITIEMONTAGES
DE VOORGESCHIEDENIS
Het is noodzakelijk en onontkoombaar om te weten wat er vooraf ging aan al hetgeen in dit dossier uiteengezet wordt om je met enige vasthoudendheid te weer te kunnen stellen tegen welk sociaal fenomeen dan ook. De steeds terugkerende politiemontages zijn geen aaneenschakeling van `onsamenhangende gebeurtenissen', maar het resultaat van een geplande werkwijze van de politiediensten om de alternatieve sociale bewegingen te criminaliseren. De hierna volgende chronologische opsomming van repressieve ingrepen is daarvan het beste bewijs.
DE OLYMPISCHE SPELEN 1992: OPERATIE GARZÓN
44 Arrestanten, 31 aangiftes wegens marteling, drie zwaar gewonden, 21 veroordelingen tot gevangenisstraffen.
De razzia tegen personen en organisaties die verbonden zijn met de Catalaanse onafhankelijkheidsstrijd, is tot stand gekomen op bevel van rechter Baltasar Garzón. De olympische vrede houdt ook in het opsluiten van afwijkende stemmen en de schending van onder andere de vrijheid van meningsuiting en het recht op vrije en geloofwaardige nieuwsgaring. Het kantoor van het weekblad El Temps werd doorzocht zonder huiszoekingsbevel; de opheffing van het programma La Orquestra bij de zender Catalunya Radio; Salvador Alsius werd ontslagen als chef van de nieuwsprogramma's van de landelijke tv-zender TV3 en overgeplaatst naar de culturele sectie. Het is overbodig om te vermelden dat de politiek verantwoordelijken voor deze actie tegenwoordig in de gevangenis zitten wegens corruptie (zoals Roldán 21 die sprak over het "zeer verfijnde optreden door de Guardia Civil 22") of werden veroordeeld en vervolgens begenadigd voor hun veroordeling wegens staatsterrorisme (zoals Rafael Vera 23 & Co). De laatste vier gevangenen kwamen in 1996 vrij na vier jaar in de bak te hebben gezeten.
1991-1996 POLITIE-INFILTRATIE IN DE ANTIMILITARITISCHE EN TOTAALWEIGERBEWEGING
De zaken van Albert Martínez en Ángel Grandes Herreros.
De weinige goed gedocumenteerde gevallen van infiltratie van agenten van de veiligheidsdiensten in de sociale bewegingen tonen aan welke vorm een samenleving kan aannemen die wij aanduiden met de term politiestaat en waarin de controle van maatschappelijke bewegingen een belangrijke rol speelt. De twee gevallen die we hier aanstippen zijn exemplarisch en deden zich voor in de antimilitaristische beweging, die sinds de jaren van de massale protesten die de Golfoorlog uitlokten, haar acties in alle openheid en vanuit het principe van burgerlijke ongehoorzaamheid voerde. De agenten Albert Martínez Hernando en Ángel Grandes Herreros infiltreerden in meer dan een dozijn alternatieve collectieven in Catalonië totdat ze ontmaskerd werden. Albert Martínez wist zich op te werken tot verantwoordelijke van het informatiesysteem van het Casal del Pau [Vredeshuis] gelegen in de Cervantesstraat. De ernst van de gebeurtenissen is proportioneel voor de hoeveelheid informatie die er gedurende jaren over mensen werd verzameld die hun recht uitoefenden (en nog steeds uitoefenen) om zich in te zetten voor antimilitaristische projecten.
Albert Martínez duikt voor het eerst kort na de protesten tegen de Golfoorlog op en meldt zich bij de groep Mili-kk24 waar hij zegt vrienden te hebben die actief zijn in het gelijknamige collectief in de stad L'Hospitalet. Martínez sloot zich aan op het moment dat twee deserteurs ondergedoken waren en er door de politie en het leger tegen hen een opsporingsbevel was uitgevaardigd. Vanuit deze groep maakt hij de overstap naar het Casal del Pau [Vredeshuis], een van de centrale ontmoetingspunten van de antimilitaristische beweging in Catalonië en waar het merendeel van de totaalweiger-collectieven hun vergaderingen houden. Hij werkt zich op tot de verantwoordelijke voor het informatiesysteem van het Bureau voor Informatie en Verdediging van de Soldaat IDS), en had toegang tot gegevens betreffende personen en collectieven in heel Barcelona. In 1993 nam hij deel aan het zomerkamp van Mili-kk, waar personen en groepen uit heel Catalonië elkaar troffen. Hij nam ook deel aan het kamp van de LCR 25 en legde veel contacten, totdat hij in 1995 tijdens een demonstratie herkend werd door mensen die zijn werkelijke beroep en identiteit kenden. Martínez, die daarna verdween, hielp bij de samenstelling van de "Antimilitaristische Gids" en bij het opstellen van de statuten van verschillende antimilitaristische groepen.
Ángel Grandes Herreros is lid van Veiligheidskrachten van de Staat en werd aangeworven door de CESID 26. Herreros begon zijn spionagewerkzaamheden bij de radiozender Linea 4 in de wijk Nou Barris, waar hij tussen 1993 en 1994 twee wekelijks uitgezonden programma's samenstelde. In 1994 breidde hij zijn activiteiten uit, dook altijd vergezeld van zijn onafscheidelijke camera op en trad toe tot het Solidariteitscollectief met de Zapatistische Opstand. In dat verband reisde hij eenmaal naar Chiapas als internationaal mensenrechten waarnemer. Eveneens werd hij actief in het antimilitaristische collectief CAMPI, in een van de werkgroepen van de Asamblea de Okupas 27 en nog andere groepen. Ángel Herreros (wiens werkelijke naam Ángel Andrés Herro is), werd daarna overgeplaatst naar antiterrorisme werkzaamheden van de inlichtingenbrigade van de CNP 28 te Donostia (de stad San Sebastián in Baskenland) en staat op dit moment in Madrid terecht wegens een aanklacht voor moord op zijn vriendin María del Carmen Pérez Márquez.
ARRESTATIES IN 1995
Nieuwe aanhoudingen op grond van de Antiterrorismewet eindigen met "in vrijheidstelling zonder aanklacht".
De arrestatie van het Barcelona-Commando van de ETA heeft consequenties voor vier Catalaanse burgers, die met de bepalingen van de Antiterrorismewet te maken krijgen, totdat ze door het Nationaal Gerechtshof in vrijheid worden gesteld zonder aanklacht. De operatie zou nog zeven personen treffen, die tussen de vier maanden en vier jaar gevangen zaten. De daaruit voortvloeiende aangiften wegens marteling leidden tot een maatschappelijk initiatief dat de speciale antiterrorisme wetgeving veroordeelt. De behandeling die Zigor Larredonda, één van de arrestanten [die kort geleden wederom in de bak werd gegooid], María Ferrer en de familie Mimbrero ondergingen tonen overduidelijk het voortbestaan aan van martelpraktijken aan in Spanje. De arrestatie van María Ferrer, die veel beroering veroorzaakte op de faculteit voor politieke wetenschappen van de UAB, had de opschorting van de colleges en een fel communiqué van de faculteit, waarin de onmiddellijke vrijlating zonder aanklacht werd geëist, tot gevolg. María Jesús Izquierdo, cheffin van het Sociologie Instituut maakte destijds een haarscherpe analyse van de opeenvolgende gebeurtenissen ("De miskende slachtoffers van het staatsterrorisme"). In de daarop volgende protestbijeenkomsten op de UAB tegen de repressie waar María Ferrer het slachtoffer van was geworden, waren `stillen' en een viertal jeeps van de Guardia Civil aanwezig. Nog een miskleun erbij voor de statistieken.
DE ONTRUIMING VAN DE BIOSCOOP `PRINCESA' (28-10-1996)
Jarrai zet voor het eerst voet aan wal in Barcelona.
In 1996 aanvaardt Julia García Valdecasas, als gevolg van de electorale overwinning van de PP [bij de landelijke verkiezingen] de post van vertegenwoordigster van de centrale regering in Catalonië, en wordt Francisco Arrebola - een persoon met een lang repressief verleden 29 - benoemd tot commissaris en chef van de Nationale Politie in Catalonië. Dat zelfde jaar nog wordt er vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken de Groep 6 van de Provinciale Inlichtingenbrigade opgericht, waarvan de leden afkomstig zijn uit de narcoticabrigade en de antiterreureenheid. Deze eenheid wijdt zich, als antwoord op de sterke groei die deze laatstgenoemden doormaken en als gevolg van het autoritaire offensief van inperking van de burgerlijke vrijheden dat de PP heeft ingezet na zijn machtsovername, aan het onderzoeken en criminaliseren van sociale bewegingen. Deze groep heeft zich al onderscheiden door zijn voorkeur voor mediagenieke montages, een verhoging van de overheidscontrole en het opjagen van actieve mensen uit de sociale bewegingen, met als gevolg honderden arrestaties, het in kaart brengen van actieve mensen en juridische procedures. Dit alles in een context van volslagen straffeloosheid.
Op 28 oktober 1996 werd de gekraakte bioscoop `Princesa' tijdens een spectaculaire en overdadige politieoperatie ontruimd (inclusief helikopter). Het was de eerste ontruiming sinds de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafrecht (waarin onder andere kraken strafbaar is gesteld). Tijdens de demonstratie tegen de ontruiming vonden op grote schaal ongeregeldheden plaats. Het was lang geleden dat er in Barcelona iets dergelijks gebeurd was en de media weifelden geen moment om de daders van deze vernielingen en de kraakbeweging in het algemeen in verband te brengen met Jarrai. Deze [vermeende] band wordt gebruikt om de strijd van de kraakbeweging tegen de speculatie die dit gemeentebestuur bedrijft, te criminaliseren. Het is een methode die tot op de dag van vandaag gebruikt wordt. Die berichten zijn de vrucht van het gecontroleerd `lekken' van informatie door de politiewoordvoerder naar de pers, die de gewoonte heeft om die informatie zonder enig commentaar af te drukken. De plaatsvervangend vertegenwoordiger van de centrale regering in Catalonië, David Bonet, stelt: "er zijn elementen binnen de kraakbeweging die zich vormen bij, laten instrueren door en zich trainen bij Jarrai".
De Mossos d'Esquadra 30 nemen ook deel aan deze criminaliseringsstrategie. Het was het Inlichtingendepartement van Barcelona (de inlichtingendienst van de Mossos) dat het onderzoek uitvoerde met betrekking tot de gebeurtenissen na de ontruiming van de bioscoop, om uiteindelijk uit te mondden in een `Rapport over de Kraakbeweging', waarin duidelijk naar voren komt dat de subversieve capaciteit van de beweging hen meer verontrust dan het misdrijf van wederrechterlijke toe-eigening zelf. In het rapport heet het: „het politionele belang zal groter of kleiner zijn naar gelang het [kraakpand] een sociaal centrum of woonruimte is".
„Rechtspraak is de kunst van het methodisch negeren van de werkelijkheid". Jeremy Bentham.
Vier jaar na de ontruiming en na vele en doorgaande zittingsdagen is het vonnis geveld: 33 personen werden veroordeeld, 5 werden er vrij gesproken. De straffen variëren tussen drie maanden zitten (of een boete van 18.000 pesetas [110 Euro]) en zes maanden gevangenisstraf. Voor de twee minderjarigen luidt het vonnis anderhalve maand zitten (of 9000 pesetas [55 euro] boete) en 30 weekends huisarrest. Twee aangeklaagden zijn bij verstek veroordeeld. De vijf vrijgesproken personen kwamen zonder veroordeling weg vanwege onrechtmatigheden bij hun aanhouding.
EUROPESE MARSEN TEGEN DE WERKELOOSHEID, DE ARMOEDE EN DE SOCIALE UITSLUITING (juni 1997)
Een Catalaanse vrouw in Amsterdam opgepakt en in de bak gegooid, beschuldigd van `terrorisme'.
De vormgeving van de Europese Unie, waarin controle van maatschappelijke bewegingen en repressie een belangrijke rol spelen, heeft zich de afgelopen jaren geconsolideerd in verdragen en organisaties zoals Schengen, de database SIS, Europol en Infopol, de oprichting van een Europees leger en in werkgroepen zoals die van TREVI, die tezamen de embryo vormen van de hedendaagse mechanismen van maatschappelijke controle. In juni 1997 beleefde een Catalaanse vrouw, studente sociologie aan de UAB, de gevolgen van de inperking van basisrechten in het Europa van twee snelheden en één politieapparaat.
In het kader van de `Europese Marsen tegen de werkeloosheid, de armoede en de sociale uitsluiting' trekken 50.000 demonstranten op naar Amsterdam, ter gelegenheid van de Eurotop. In Amsterdam worden gedurende de drie dagen dat de Eurotop duurde 600 mensen opgepakt. De studente Alba A., die zich had aangesloten bij een groep protesterende studenten georganiseerd in het `Steuncomité voor de Marsen' aan de UAB, wordt opgepakt en onder mensonterende omstandigheden in een isolatiecel gezet. Ze wordt beschuldigd van „lidmaatschap van een gewapende bende" en „terrorisme" en valt onder de bepalingen van de speciale wetgeving 31. De reactie van de Nederlandse samenleving - die de vrijlating van alle gedetineerden afdwingt - dwingt de gemeente Amsterdam en het parlement tot een standpuntbepaling met betrekking tot de repressie. Alba wordt nadat de top is afgelopen, zonder aanklacht vrijgelaten en keert 24 uur later zonder paspoort in Barcelona terug, waar zij op een bijeenkomst uitleg gaf over de schending van de meest elementaire rechten en de continue vernederingen en treiterijen waaraan ze werd blootgesteld. De UAB ondernam stappen via de diplomatieke vertegenwoordiging en de studenten hadden een vruchteloze ontmoeting met de Nederlandse consul. Geconfronteerd met deze feiten wordt er een manifest opgesteld: „De keerzijde van de munt". Dat manifest vond brede ondersteuning van persoonlijkheden uit het politieke, culturele, sociale, vakbonds- en wetenschappelijke circuit in heel Catalonië. De aanklacht en het protest bereikten zelfs het Europees Parlement door de vragen die Europarlementariër A. Gutiérrez Díaz stelde, waarop hij als antwoord kreeg dat er over interne aangelegenheden geen standpunt ingenomen wordt. Het stilzwijgen in de pers stond in schril contrast met de euforie over de definitieve vaststelling van het tijdschema voor de invoering van de Euro.
JORGE BOLANCEL, SLACHTOFFER VAN DE POLITIEREPRESSIE
Een jongeling van 17 jaar uit Cornellá pleegt zelfmoord na twee aaneensluitende politieverhoren.
In het najaar van 1997 ontstaat er in [de wijk] Cornellá een nieuw maatschappelijk protest tegen de arbeidsomstandigheden waaronder jongeren te lijden hebben. Dit soort protesten zijn de laatste tijd dagelijkse kost, met name gericht tegen uitzendbureaus. Na afloop van de protesten wordt Jorge Bolancel opgepakt, verhoord en vrijgelaten. Een dag later wordt hij wederom opgepakt voor dezelfde zaak, verhoord en onder druk gezet om namen te noemen van vrienden en vriendinnen die hadden deel genomen aan de protesten. Na urenlange verhoren en een afgedwongen verklaring, komt Jorge Bolancel weer in vrijheid. Kort na het verlaten van het politiebureau gooit hij zichzelf voor de trein. De protesten vanwege zijn dood zijn een ieder jaar terugkerend fenomeen geworden met als bedoeling de consequenties van de repressie en de politionele straffeloosheid aan de kaak te stellen.
GROEP 6 VAN DE INLICHTINGENBRIGADE TREKT DE PISTOLEN
Het jaar 1999 begon met een golf van repressie gericht tegen kraakpanden: twee dreigende ontruimingen worden de druk vanuit de bevolking tegengehouden, bij een vijftal wel uitgevoerde ontruimingen werden in totaal 22 mensen aangehouden. Die golf bestond echter niet alleen uit het ontruimen van sociale centra en gekraakte woonruimte, maar ook uit de toename van intimidaties en politieprovocaties (met name door Groep 6 van de Inlichtingenbrigade) gericht tegen mensen die deel uitmaken van deze beweging. Tijdens de demonstratie naar aanleiding van de ontruiming van het kraakpand `Totxana' werd een groep van twintig `stillen' die met de demonstratie meeliep, verzocht weg te gaan. Zes van hen reageerden door hun pistolen te trekken en die te richten op demonstranten - wat een uiterst repressieve en intimiderende handeling is - en toont aan dat de repressieve krachten het zelf niet zo nauw nemen met de eigen voorschriften.
Omdat dit vergrijp geen enkele weerslag vond in de pers, werd het meerdere malen herhaald. Het tweede voorval, dat bekender is omdat er op de televisie beelden van getoond werden, vond op 5 maart 1999 plaats in [de wijk] Cornellá, tijdens een demonstratie tegen de rampzalige werkgelegenheidspolitiek van de PP. De demonstratie werd gehouden naar aanleiding van het bezoek van de minister van Arbeid, Manuel Pimentel. Een berucht lid van de Inlichtingenbrigade (bekend onder zijn `rugnummer' 75.963) drukte een jongen een pistool tegen de slaap en zwaaide er ook mee in de richting van mensen die zijn arrestatie probeerden te beletten. Hierbij dient nog opgemerkt te worden dat de jonge arrestant een enorm pak slaag kreeg [na zijn arrestatie] en dat de chef van de Nationale Politie in Catalonië het optreden van zijn ondergeschikten als zeer correct kwalificeerde en het incident met het pistool bagatelliseerde. Tijdens de `fietstocht tegen de ontruimingen' (op 24 april 1999) trok opnieuw tijdens een arrestatiepoging een lid van de Nationale Politie zijn pistool en richtte ermee op de deelnemers aan de demonstratie. Deze gebeurtenis werd vastgelegd op de foto die de dag erop in het dagblad El Periódico verscheen.
Het vierde geval deed zich voor in Terrassa op 14 december 1999, tijdens de opstootjes die er ontstonden na de demonstratie tegen de ontruiming van het gekraakte sociale centrum `Vallparadis'. Een agent die in een patrouillewagen reed, stapte uit en richtte zijn pistool op mensen die bij de relletjes betrokken waren. Een foto daarvan haalde diverse media, maar wist evenmin te bewerkstelligen dat er een eind kwam aan de politionele straffeloosheid. Daarentegen kreeg de fotografe een proces aan de broek wegens belediging van de geportretteerde agent.
HET RECHT OP NIEUWSSPREIDING GESCHONDEN
Fotografe het slachtoffer van represailles door agenten van Groep 6.
Een Catalaanse freelance fotografe was gedurende drie jaar het slachtoffer van een wel erg extreme vorm van rancune als gevolg van het correct uitvoeren van haar werk. Vanwege het nemen van ontelbare foto's van compromitterende situaties, die als bewijs dienen voor de politierepressie gericht tegen krakers, is de Antiterrorismewet op haar toegepast, werd ze tweemaal opgepakt, gemarteld en verwond, en werden er twee juridische procedures tegen haar op gang gebracht. Dit alles als gevolg van enkele van haar foto's die hun weg hadden gevonden naar kranten met een grote oplage. Het recentste repressieve optreden tegen deze fotografe - die haar identiteit liever niet bekend gemaakt ziet - vond plaats na de ontruiming van het gekraakte sociale centrum `Vallparadis', op 14 december 1999. Een door haar gemaakte foto, waarop een agent is te zien die met zijn pistool pronkt, werd afgedrukt in een krant. De repressie tegen deze jonge fotografe neemt een aanvang op 9 december 1997. Op die dag werd ze opgepakt in het kader van de Antiterrorismewet en werd ze beschuldigd van lidmaatschap van een gewapende groep en enige tijd later weer vrijgelaten zonder aanklacht. Twee maanden later schreeuwde een agent het bevel „pak haar, zij is een kraakster". Ze werd als arrestant overgebracht naar het hoofdbureau van [de wijk] Sants en werd na het onklaar maken van haar filmpje weer vrijgelaten. Op 20 november 1998, tijdens een antifascistische manifestatie in [de wijk] Sabadell, wordt ze weer opgepakt, gemarteld en overgebracht naar het ziekenhuis en vrijgelaten. Het ziekenhuis verliet ze met diverse verwondingen en met een corset om haar hals. Tien agenten hadden haar te grazen genomen in de cel, haar camera werd vernield en vertrapt. Haar juridische aanklacht wordt ondersteund en onderschreven door een aantal beroepsorganisaties uit de grafische sector.
DE BRUINHEMDEN TREKKEN WEER DE AUTONOME UNIVERSITEIT BINNEN
Politiecharges en officiële verklaringen, twee zijden van één munt
Op 19 januari 1999 bezoekt premier Aznar het `Centrum voor Micro-elektronica' gelegen op het terrein van Autonome Universiteit van Barcelona (UAB). Zijn bezoek loopt uit op een politie-ingrijpen dat met name erg hard tekeerging tegen een studentendemonstratie ter verdediging van de publieke universiteit. De vastgelegde beelden die werden uitgezonden door praktisch alle televisienetwerken (zowel publieke als geprivatiseerde) wekten verontwaardiging in brede sectoren van de samenleving en met name op de Catalaanse en Spaanse universiteiten. 562 Rector-magnifici van Europese universiteiten veroordeelden het disproportionele politieoptreden dat 50 gewonden opleverde en kwalificeerden het als een aanval op vrijheid van meningsuiting. Het feit dat het politieoptreden zich afspeelde op het terrein van de universiteit - wat een ruimte is voor vorming, debat en vrije meningsuiting - verhevigde de kritiek die geuit werd door een groot aantal persoonlijkheden en organisaties. Zelfs woordvoerders van vakorganisaties van de Nationale Politie bekritiseerden de orders die gegeven waren door de verantwoordelijke officieren. Sánchez Fornet, secretaris-generaal van het Verenigde Vakverbond van Politieagenten (SUP) aarzelde niet om de vertegenwoordigster van de centrale regering, Julia García Valdecasas verantwoordelijk te stellen voor deze operatie en kwalificeerde haar richtlijnen als "de strengste voor zover bekend" (in een verklaring in het dagblad El País, januari 1999).
Ditmaal stelde de Provinciale Inlichtingenbrigade een rapport op waarin twee namen werden genoemd van personen die ervan beschuldigd worden banden met de Beweging voor Nationale Bevrijding van Baskenland 32 te onderhouden. De zwarte lijst bevatte namen, persoonlijke kenmerken en schetsen van hun dagelijkse leven, hoewel het merendeel nog nooit eerder met de politie in aanraking was gekomen. Wederom toonde de staat zijn autoritaire gezicht. De interpretatie die bepaalde politiediensten er op na houden sluit aan bij die van de minister van Binnenlandse Zaken Mayor Oreja, die tijdens een buitengewone zitting van de Binnenlandse Zakencommissie van het Congres van Afgevaardigden [vgl. Tweede Kamer] op 19 januari 1999 de volgende lezing van de gebeurtenissen gaf. De minister kwam wederom met het telkens terugkerende motief van nooit bewezen en keer op keer weerlegde "connecties met Jarrai", zoals hij al zovele malen daarvoor had gedaan en met dezelfde drang tot criminalisering. Álvarez Cascos 33 verklaarde vanuit [de provincie] Asturië dat "de bruinhemden, de jongkies van Jarrai of de studenten van de Autonome Universiteit, zijn allemaal één pot nat". De zwarte lijst die door leiding van de Barcelonese politie is opgesteld, komt bij Binnenlandse Zaken terecht en Mayor Oreja citeert openlijk tijdens een debat uit de lijst - die hij vervolgens aan de Afgevaardigden ter beschikking stelt -waarop onder andere de twee met name genoemde mensen staan. Er werden hier tenminste twee ernstige vormfouten gemaakt.
De eerste fout betrof het feit dat er in het verleden geen enkele maal tegen deze personen een onderzoek had gelopen, noch was er ooit een ambtsbericht over hen opgesteld. Derhalve balanceert het vrijgeven van hun namen op het randje van het toelaatbare volgens het geldende recht. Diverse mensen spoorden de op de lijst genoemde mensen aan om een aanklacht in te dienen wegen schending van de privacy. Maar de lijst verdween - ondanks de navraag die diverse parlementsleden deden - zo plotseling als die opgedoken was en alsof die nooit bestaan had, hoewel de tekst van de lijst wel afgedrukt werd in het dagblad Diario de Sesiones [vergelijkbaar met de Nederlandse Handelingen van de Eerste en Tweede Kamer].
De tweede fout die werd gemaakt was de politieke misrekening: ze hadden verwacht dat hun voorstelling van zaken maatschappelijk geaccepteerd zou worden. Derhalve werd er weer gelekt naar de schrijvende pers. De dag na het debat werden de namen van tenminste drie mensen die op de lijst, die Mayor Oreja met een triomfantelijk gebaar gepresenteerd had, afgedrukt in diverse kranten. De lijst diende als legitimatie voor het politie-ingrijpen en bracht tevens een berg nieuwe onzin, open deuren en tegenstrijdigheden met zich mee. De Diario de Sesiones heeft het debat integraal afgedrukt.
De rechtszaak die nog openstond bij de rechtbank van Cerdanyola del Valles, die begonnen was na de aanklacht die door de UAB was ingediend, werd geseponeerd. In september van 1999 verklaart de TSJC 34 de aanklacht van de UAB ontvankelijk. Die leverde verder niets op (drie demonstraties niet meegeteld) behalve de constatering van het bestaan van politiedatabases, los van de wettelijk toegestane, met betrekking tot alternatieve sociale bewegingen en in dit geval m.b.t. de studentenbeweging.
DEMONSTRATIEVE FIETSTOCHT TEGEN DE ONTRUIMINGEN
De eerste gerichte montage van Groep 6 gericht tegen de kraakbeweging.
Op 24 april 1999 organiseert de Asamblea de Okupas 35 een fietstocht door Barcelona uit protest tegen de dreigende ontruiming van huizen in Barcelona en Terrassa. Gedurende de fietstocht proberen twee auto's van de Nationale Politie de fietsers te stoppen. De ontmoeting ontaardt in een klein incident tussen demonstranten en politieagenten, waarvan er enkele uit de auto stappen en pogen iemand op te pakken. De aanwezigen proberen dat te voorkomen en een van de agenten trekt zijn pistool en richt op de mensen. Iedereen neemt de benen. De volgende dag drukt de krant Periódico een foto af van de bewuste agent die de demonstranten met een pistool in zijn hand achter na zit.
Twaalf dagen later, op 6 mei, arresteert Groep 6 van de Inlichtingenbrigade zes personen, na ze eerst een poos geschaduwd te hebben. Ze worden beschuldigd van vernieling en verstoring van de openbare orde in samenhang met het incident tijdens de fietstocht. Gedurende 43 uur worden ze vastgehouden in het bureau van Verneda. Gedurende hun detentie kwam er een agent de arrestanten stuk voor stuk bekijken met het oog op een mogelijke confrontatie. In de nacht van vrijdag op zaterdag gaat de rechter akkoord met de voorgeleiding die geëist is door de advocaten (ivm het verstrijken van de wettelijke termijn waarbinnen arrestanten voorgeleid moeten worden). Het wordt de advocaten geen enkel moment toegestaan om het dossier in te zien onder het voorwendsel dat "het onderzoek nog lopende is". In feite was dat niet zo: op 13 mei heropende de rechter de zaak op verzoek van de Brigade om nog 5 mensen uit de kraakscene op te sporen, die volgens de politie op een onbekende verblijfplaats vertoeven. In werkelijkheid verbleven al deze mensen gewoon op het adres waar ze ingeschreven zijn. Zij lieten de rechter een schrijven toekomen waarin ze verklaarden voor de rechtbank te willen verschijnen wanneer dat verlangd zou worden. De rechter trok onmiddellijk het opsporingsbevel in en dagvaardde hen om op 28 mei een verklaring af te komen leggen. Drie van de beschuldigden hadden bewijzen meegenomen waar uit bleek dat ze helemaal niet bij de fietstocht geweest waren en de twee die er wel bij waren geweest bewezen dat ze de agent op geen enkel moment hadden aangevallen. Toe op 1 juni de agenten hun verklaring moesten afleggen over het verloop van de gebeurtenissen, spraken ze elkaar meermaals tegen en de rechter besloot de zaak tijdelijk aan te houden. Groep 6 bleef wanhopig naar schuldigen zoeken en betrok nog drie vrouwen in de zaak, zonder enig bewijs te kunnen leveren dat zij bij de aanval op de agent betrokken zouden zijn geweest.
Vanwege deze op personen gerichte vervolging werd de Campagne tegen de Politionele Straffeloosheid opgericht, waaraan meer dan honderd collectieven uit de antimilitaristische-, buurtstrijd- en kraakbeweging deelnamen. De campagne richtte zich met name op een aantal eisen met betrekking tot het onreglementaire optreden van de politie: opheffing van de inlichtingenbrigade; afschaffing van de vreemdelingen- en videobewakingswet; sluiting van de detentiecentra voor immigranten; en kritiek op het Politieplan 2000. Het was de eerste keer dat de Inlichtingenbrigade in het openbaar werd aangewezen als de hoofdschuldige voor de heksenjachten tegen de alternatieve bewegingen.
12 OKTOBER 1999. DEMONSTREER MEE! DAT IS JE LEGITIEME RECHT
Offensief van politie, justitie en de media tegen de antifascistische beweging
Voor 12 oktober 1999 werd er tot een demonstratie opgeroepen tegen een fascistische betoging op de Plaça dels Països Catalans [het plein van de Catalaanse landen], die het jaar ervoor voor het eerst op die datum gehouden was. Na jaren van uit elkaar gejaagde demonstraties en manifestaties in Cotxeres de Sants 36, was het dit keer de bedoeling om de verheerlijking van fascistische, racistische, homofobe en autoritaire waarden door de extreem-rechtse voorman Ynistrellas en ander tuig op de Plaça dels Països Catalans, aan de kaak te stellen. Deze fascistische bijeenkomsten op deze datum vinden op wisselende locaties al 17 jaar lang plaats met bescherming van de politie en met toestemming van de vertegenwoordiging van de centrale regering in Catalonië. De vechtpartijen tijdens de botsing tussen demonstranten en politie leverden 26 arrestaties op. Vele van de arrestanten werden zwaar mishandeld op de respectievelijke politiebureaus waar ze onder werden gebracht. Nooit eerder vertoond was het feit dat er 14 van deze arrestanten gevangen werden gezet op beschuldiging van het vormen van een criminele organisatie, die volgens de rechter ingegeven was door de maatschappelijke ophef die ontstond door de gebeurtenissen, en door de wijze waarop de media verslag deed, alsmede druk die er door de gemeente, het bankwezen en makelaars werd uitgeoefend. Zeven dagen later, op 19 oktober 1999, zouden de verkiezingen plaatsvinden voor het parlement van de autonome Catalaanse regio.
De dagen na de protesten verzekerden diverse vertegenwoordigers van de regering, zoals Mayor Oreja, Martí Fluxá 37 en David Bonet 38, dat er banden bestaan tussen de deelnemers aan de betoging en Jarrai en dat deze betogers zich in Baskenland getraind zouden hebben in het voeren van kale borroka [zie noot 16]. Vage uitlatingen zonder enige onderbouwing, die ook door de reguliere media niet ter discussie gesteld werden. En zo werd er in de loop van een aantal dagen een klimaat van maatschappelijke onrust en noodzakelijke criminalisering opgebouwd, waarop de rechter Remei Bona de voorlopige hechtenis van 14 arrestanten kon uitvaardigen. In justitiekringen drongen agenten er op aan dat er preventieve maatregelen getroffen moesten worden, zich beroepend op betrouwbare bronnen die dat noodzakelijk maakten.
Uiteindelijk zien de autoriteiten zich door de vele protesten gedwongen de opgepakte mensen vrij te laten. Zo vond er op 23 oktober 1999 een demonstratie plaats waar 12000 mensen aan deelnamen. Verder kwamen er vele steunbetuigingen uit de samenleving die de beweringen van de politie veroordeelden en ontkrachtten (waaronder de verklaring van de Commissie voor de Verdediging van de Individuele Rechten van het College van Advocaten te Barcelona). De verklaring van deze Commissie veroordeelde - onder andere - de willekeurige arrestaties, de buitensporige toepassing van de `criminele vereniging' waarmee de voorlopige hechtenis van de 14 arrestanten werd gerechtvaardigd en de algemene criminalisering van groepen jongeren die zich tegen het huidige systeem verzetten, als ook het gebruik van deze zaak voor politieke en mediale doeleinden en het verschil in behandeling van fascistische militanten die mensen aanvallen (steekpartijen, mishandelingen en moorden) en van antifascisten die [slechts] materiële schade aanrichten. In de wereld van het einde van de geschiedenis, zijn goederen belangrijker dan mensen.
TERRASSA, 14 DECEMBER 1999
Een nieuwe politiemontage gericht tegen een blikvanger van de sociale bewegingen.
Na afloop van de protestdemonstratie tegen de reeds plaatsgevonden ontruiming van het gekraakte sociale centrum Vallparadís vonden enkele kleine relletjes plaats, waarbij onder andere een politieauto schade opliep en de inzittende agent gewond raakte. Tomás H., iemand die al lang zeer actief is in de kraakbeweging en andere sociale bewegingen in de stad Terrassa, nam de dag na de demonstratie deel aan een persconferentie, waarbij de Asamblea de Okupas zich distantieerde van de relletjes die hadden plaatsgevonden.
Enkele dagen later wordt er tegen hem een gerechtelijk vooronderzoek geopend, dat nog steeds niet afgesloten is [stand januari 2001], waarin hij beschuldigd wordt van verzet tegen het bevoegd gezag en vernieling en er een gevangenisstraf van 6 jaar wordt geëist. Het enige bewijs dat er tegen hem bestaat is het feit dat een agent (die op het moment van de relletjes buiten dienst was, maar toevallig op de plek van de ongeregeldheden aanwezig was) die in het gezelschap van leden van het onderzoeksteam van de politie van Terrassa opdook tijdens een getuigenconfrontatie op het hoofdbureau, hem herkende. Dit ondanks dat een andere getuige voor de rechter verklaarde dat alle personen die aan de ongeregeldheden deelnamen zich vermomd hadden. De onderzoeksrechter in Terrassa schonk meer geloofwaardigheid aan een verklaring van de agent en sloot het vooronderzoek af. Tomás H. kon zich niet verweren en bleef met een dreigende rechtzaak zitten. En dan te bedenken dat Tomás op het tijdstip van de ongeregeldheden aanwezig was bij een vergadering.
MILITAIRE PARADE IN BARCELONA: `OPERATIE TROMMEL'
De balans van de breed gedragen antimilitaristische protesten was: 18 aanhoudingen, 150 personen van wie de identiteit werd vastgesteld, 10 onrechtmatige aanhoudingen, een ontruiming en diverse charges van de politie. Een groot aantal mensen raakte gewond en verlies van persoonlijke bezittingen (met name van de mensen die op Plaza de España bivakkeerden en om 6 uur 's morgens ontruimd werden door een eenheid van 150 agenten en ondersteuning van de UPAS 39 van de gemeentepolitie, die onder bevel stonden van inspecteur Royuela (zoon van de bekende extreemrechtse voorman Royuela). Het politieoptreden, waar `Operatie trommel' een onderdeel van uitmaakte, werd een hernieuwde demonstratie van autoritair politieoptreden en inperking van de rechten. Het evaluatierapport, dat werd opgesteld in een stijl die deed denken aan voorbije tijden, maakt melding van het feit dat de hele ontruiming gefilmd werd. De politiepresentie was alom en met name in de wijken Sants en Gràcia. Zelfs 's nachts werd er zwaar gepatrouilleerd, zodat besloten werd om het posterplakken dan maar midden over dag te doen. De arrestanten van de dag van de parade werden kortgeleden vrijgesproken.
Met name de rapportages van de CESID 40 met betrekking tot deze zaak zijn veelbetekenend. De CESID stelde de gemeentelijke en regionale autoriteiten rapportages ter beschikking betreffende de Catalaanse antimilitaristische beweging en alle andere groepen die zich verzetten tegen het plaatsvinden van de militaire parade op 27 mei, onder het regime van Franco werd deze dag `Dag van de Overwinning' genoemd. Na de parade werd er door het Platform voor de vrede zegt nee tegen de militaire parade een klacht ingediend bij de Mediaraad van Catalonië (CIC) [tegen de wijze van verslaggeving over de protesten door het rechtse dagblad La Razón - Het Gelijk, de naam zegt het al]. In december 2000 deed de CIC uitspraak, die maar voor één uitleg vatbaar is, waarin werd vastgesteld dat La Razón de beroepscode van het Catalaanse Verbond van Journalisten had geschonden. Net zo eenduidig trouwens als de brief die de hoofdredacteur van La Razón schreef, waarin hij meldt dat de informatie in samenwerking met de Guardia Civil, de CESID en de vertegenwoordiging van de centrale regering in Catalonië tot stand was gekomen. La Razón had op de voorpagina van zijn dagblad een artikel geplaatst onder de kop: "Bussen van Jarrai zijn in Barcelona aangekomen om de militaire parade te verstoren". Verderop in die zelfde krant werd geschreven dat er echter geen enkele bus was waargenomen. Om het voorpagina artikel nog wat smeuïger te maken was er een foto afgedrukt van de protesten waarop een ikurriña [Baskische vlag] te zien was. Luis María Ansón 41 omschreef het brede maatschappelijke verzet tegen de parade als volgt: "marginale organisaties, pseudo-pacifisten, werkgroepen van prostituees, verenigingen van tantrische studenten" en "jonge snotneuzen die allen maar geïnteresseerd zijn in vrije verkoop van marihuana".
Maar het kan nog erger: een maand later, op 2 juli 2000, schrijft La Razón naar aanleiding van een demonstratie voor de bevrijding van homo's, lesbiennes en transseksuelen op haar voorpagina "Duizenden homo's protesteren in Barcelona, terwijl men het leger dat wilde verbieden". En nog een tikje erger: naar aanleiding van de recentste politiemontage maakte dezelfde redacteur een kop die luidde: "Banden tussen de kraakbeweging en ETA zijn bewezen". De redacteur benadrukt het nog eens met: "het al langer bij de politie bestaande vermoeden dat radicale [Catalaanse] onafhankelijkheidsgroepen al sinds jaar en dag een kweekvijver zijn voor ETA, wordt nu als bewezen verondersteld". "De radicale onafhankelijkheid aanhangers en extreemlinkse groeperingen, collectieven die zich tegen het huidige systeem keren en bepaalde sectoren van de kraakbeweging zijn sinds lange tijd een voedingsbodem voor de terroristische bende [ETA]". De even zo ernstige als nietszeggende uitlatingen dienen om vorige montages te legitimeren: "De banden tussen Catalaanse radicalen en de geweldsverheerlijkers van HB 42 zijn constanten [...] waar keer op keer door de politie op gewezen is. De uitwisseling van groepen en personen voor het trainen in technieken van stadsguerrilla en kale borroka [zie noot 16] bestaat ook al sinds lange tijd". Enkele reeds bestaande stigma's worden aangescherpt en door niemand gerectificeerd: "Vreemd genoeg is nu met de ontmanteling van het Barcelona-Commando bekend geworden dat leden van Jarrai deelnamen aan de voorbereidingen van de gewelddadige demonstraties ter gelegenheid van de `Dag van de Strijdkrachten'. Er wordt niet bij verteld hoe, waar en waarom dit nu bekend is geworden. Geen enkel bewijs wordt er aangevoerd: onverbiddelijke journalistiek logica. Dezelfde redacteur moest vorig jaar, onder druk van een dreigende strafklacht tegen hem, een artikel van zijn hand rectificeren waarin hij beweerde dat Catalaanse organisaties, die de onafhankelijkheid nastreven, "gegevens aan ETA" zouden doorsluizen over gevangenispersoneel. ABC 43 volgt ook de criminaliseringslijn en bracht het zelfs zo ver om Guillem Agulló, een militante antirascist die in 1993 door neonazi's werd vermoord, ervan te beschuldigen "militant van Terra Lliure 44" te zijn.
ANTIMILITARISTISCHE KARAVAAN TEGEN DE MILITAIRE PARADE
Wanneer de vrouwen "totaalweigeraars" worden
Voor de 13e mei 2000 riep de Vergadering van Antimilitaristische Vrouwen op voor een karavaan van auto's en fietsers. Dit zou uitgroeien tot het eerste protest tegen de militaire parade in Barcelona. De karavaan bestond uit een dertigtal personen die vertrokken van het Koninklijk Paleis om zich via de Diagonal en de Ramblas richting het centrum van Barcelona te begeven. Gedurende de rit werden er folders uitgereikt, posters geplakt en leuzen geschilderd tegen de voorgenomen militaire parade. De karavaan werd gevolgd door een surveillanceauto van de gemeentepolitie en een groot aantal `stillen' die de deelnemers voortdurend intimideerden. Bij aankomst op de Ramblas stortte een de motoragent zich op een auto om er de poster af te trekken die de nummerplaat bedekte en om de identiteitgegevens van de bestuursters op te nemen. Toen mensen dit probeerden te verhinderen, begonnen meerdere agenten te slaan met wapenstokken en poogden verschillende personen aan te houden. Terwijl ze om versterking vroegen, werden er drie vrouwen staande gehouden en opgepakt en de karavaan voor ontbonden verklaard. De verspreide mensen begaven zich langzaam richting de Tallersstraat, alwaar een agent op bevel van hogerhand met opzet een fietser omvergooide. De jongen kwam ten val en een meisje stapte af om hem te helpen. Een stuk of tien agenten sloeg hen in elkaar en trapte hen tegen de grond, waarbij ze divers letsel opliepen (daar is fotografisch bewijs van). De vijf arrestanten, vier vrouwen en een man, brachten 48 uur door op het bureau van de wijk la Verneda. De dag erop stond er in diverse kranten dat het ging om "vijf totaalweigeraars". Roser Veciana, ombudsvrouw voor Burgerrechten van de gemeente Barcelona, kwam persoonlijk poolshoogte nemen bij het politiebureau om zich in te laten lichten over de onrechtmatigheden begaan tijdens het politieoptreden en zij sprak haar steun uit voor de arrestanten.
Als gevolg van de gebeurtenissen opende de Provinciale Inlichtingenbrigade een vooronderzoek waarbij nog een drietal mensen werden geïdentificeerd die net zoals de overige arrestanten werden beschuldigd van agressie tegen de gemeentepolitie. Een van hen was al eens eerder, tijdens de `fietstocht tegen de ontruimingen' beschuldigd van agressie tegen een agent van de Nationale Politie. Dit wijst nogmaals op de achtervolgingsmanie en de criminaliseringsdrang van de Inlichtingenbrigade. Een andere gearresteerde vrouw was degene die tijdens het bezoek van de minister van Arbeid in Cornellá een pistool op haar hoofd gezet kreeg.
In het vonnis 101/99 van de vierde strafkamer luidde het: "de dossiers van de politie lijken wel opgesteld door de opgeheven Sociaal-politieke Brigade uit de tijd van het Franco-regime". In de procesverbalen van de politie werd eveneens gepoogd om de kraakbeweging te linken met de organisatoren van de karavaan. Er werd gesteld dat het ging om "een groep van twintig jongeren die deelnamen aan de demonstratie van de kraakbeweging" en dat "vast was komen te staan dat de auto's vertrokken waren uit de [kraakpanden] Hamsa en Can Vies. Tot slot werd gesteld dat de demonstratie georganiseerd was door het `Anti-parade Platform', terwijl de oproepposters er geen twijfel over lieten bestaan dat de oproep was gedaan door diverse vrouwengroepen.
De politie arresteerde een van de drie gezochte personen op zijn werk en nam hem mee naar het hoofdbureau waar hij werd ondervraagd door de Brigade, buiten aanwezigheid van een advocaat, over zaken die helemaal niet samenhingen met de zaak in kwestie. Zijn advocaat werd op diverse politiebureaus geïntimideerd toen hij trachtte iets voor zijn cliënt te doen. Uiteindelijk werd de arrestant door de rechter vrijgesproken vanuit de overweging dat hij niemand had aangevallen en dat hij had deelgenomen aan de demonstratie als een van vele andere demonstranten die met de auto waren gekomen. De tegenstrijdigheden in de beweringen van de politie waren zo overduidelijk dat het opsporingsbevel tegen de twee andere personen werd ingetrokken. De vijf tijdens de demonstratie opgepakte mensen - die op hun buurt de gemeentepolitie wegens agressie aanklaagden - en de drie overige verdachten zullen 5 februari aanstaande [2001] bij de rechtbank moeten voorkomen.
DE CRIMINALISERING BEREIKT GIRONA 45
Een groep stillen van Mossos d'Esquadra en het dagblad Diari de Girona.
Paralel aan het nieuwe criminaliseringsoffensief tegen de sociale bewegingen [in Barcelona], hebben de afgelopen week diverse groepen uit Girona zich beklaagd over de criminalisering waaronder ze te lijden hebben. Diari de Girona stelt in een artikel [in de editie van 20 januari 2001] van twee volle pagina's dat tegenstanders van stierenvechten, krakers en radicale voorstanders van de onafhankelijkheid niets meer en niets minder kunnen zijn dan "informanten van de ETA". De oorsprong van deze berichten kan worden herleid tot rapportages opgesteld door de Mossos d'Esquadra en de stilleneenheid van de lokale politie. Zij waren gepikeerd door de publieke aanklacht tegen de repressie en de publicatie daarvan - onder andere - in Ardi Beltza 46. Tevens waren ze pissig vanwege het proces dat de hoofdverantwoordelijke van de Mossos te wachten staat en door de repressieve faam die het optreden van de Mossos in de regio rondom Girona gekregen heeft.
POLITIONELE STRAFFELOOSHEID, DEMOCRATISCHE REGRESSIE
De sociale bewegingen tegenover de politieke repressie
Een schuilplaats?
[...]
Een droge plaats om te schuilen als je bijna verzuipt in de regen, of als je vergaat van de kou, of wanneer je omvergeblazen wordt door de wind?
Hebben we een glorieus verleden voor de boeg?
Voor de reizigers met behoefte aan wind,
is het geheugen een vertrekpunt.
Eduardo Galeano, El libro de los abrazos [Het boek der omhelzingen]
De benoeming, na de eerste verkiezingsoverwinning van de Partido Popular in 1996, van Julia García Valdecasas als vertegenwoordigster van de centrale regering in Catalonië opende de deuren voor een nieuw type politioneel autoritarisme. Dat heeft zich vertaald in honderden arrestaties, een groot aantal repressieve operaties en een aantal politiemontages die door criminalisering en gerechtelijke vervolging het dagelijks functioneren van de actieve sociale bewegingen in de war heeft geschopt. Deze sociale werkelijkheid - die voor velen niet zichtbaar is - heeft geleid tot een verscherping van de mechanismen van maatschappelijke controle en tot veel illegaal en onreglementair optreden door diverse politie-eenheden. Het onderhavige dossier is bedoeld om aan de hand van een aantal conclusies jullie te informeren over wat zij die zo onverdraagzaam zijn uitvreten. Vele sociale groepen zijn betrokken bij het vinden van rechtvaardige oplossingen voor de min of meer latente conflicten die het dagelijks leven in onze samenleving bepalen.
De generatie die in de jaren zeventig werd geboren - sterk beïnvloed door gefrustreerde illusies en de ontgoochelingen van de oliecrisis en de tweede Koude Oorlog, van het fascisme in Latijns Amerika, van de kosten van de modernisering van de Spaanse Staat en op het hoogtepunt van de introductie van de heroïne - is opgegroeid met vergeetachtigheid, lijdzaamheid, onmacht en een effectief uitgevoerde campagne om het collectieve geheugen te wissen en het nut niet meer in te zien van volksgeschiedenis na 40 jaar dictatuur. De sociologen noemen het een `generatiebreuk', een breuk die discommunicatie en wederzijds isolement heeft bevorderd. Deze breuk in de keten van sociale betrokkenheid, die werd bevorderd door het model van de transición 47, heeft ertoe geleid dat de sociale bewegingen zich meestal hebben geconsolideerd door hun eigen inspanningen en op basis van hun eigen zelforganisatie en leerschool, onder ongunstige omstandigheden ("waar klagen jullie over?"), die nieuw leven heeft ingeblazen in onconventionele vormen van participatie die nu gecriminaliseerd worden. Een engagement en dynamiek die het leven in buurten en steden heeft verlevendigd en op de bres is gesprongen voor nieuwe levens- handelswijzen, waarbij gestreefd wordt naar samenlevingsvormen die meer solidair en minder hypocriet en egoïstisch zijn. Vanuit het oogpunt van de politiediensten is deze mooie levenshouding het "misdrijf van het afwijkend denken en handelen". We zeggen dat niet zomaar: montages, aanhoudingen, mishandeling, snelrechtprocedures (bioscoop Princesa en de 12e oktober 1999), observatie van personen, maatschappelijke controle, illegale databestanden... Helaas hoeven we niets te verzinnen.
PARTICIPATIECRISIS EN GENERATIEBREUK
In deze zin is de crisis van de `jongerenparticipatie' [ofwel de ongeïnteresseerdheid van jongeren tav sociale vraagstukken] de crisis van het officiële model van jongerenparticipatie. Er wordt gezegd dat de jongeren niet deelnemen, maar wanneer jongelingen zich inzetten voor totaalweigering en kraken, is het enige antwoord van overheidszijde het sturen van politiebusjes, het uitvoeren van identiteitscontroles 48 en het uitdelen van aframmelingen. De participatiecrisis is uiteindelijk het conflict tussen enerzijds de directe democratische praktijk en houding en de keus om medespeler en geen toeschouwer te zijn en anderzijds geïnstitutionaliseerde routines die het sociale conflict verdoezelen in plaats van naar oplossingen te zoeken. Het maatschappelijk conflict draait om huisvesting (314.000 lege woningen in Catalonië), het recht op waardig werk (uitzendbureaus, 90 % van de werknemers werkt met een `flex'-contract 49), onderwijs (een voorgenomen hervorming van het onderwijswezen), de opkomst van racistisch en fascistisch geweld, de wereldwijde en nationale sociale ongelijkheid (900.000 mensen leven in Catalonië onder de armoedegrens) en in een toenemend militarisme (de budgetten voor militair onderzoek zijn 12 maal zo hoog als die voor onderzoek naar de volksgezondheid). Het blijkt dat wij, de sociale bewegingen, ons zonder reden beklagen. We hebben duizend redenen om de straat op te gaan. Maar tussen het „met Spanje gaat alles goed" van [minister president] Aznar en het „vandaag is het nog niet zover" van Jordi Pujol 50, probeert de dove en dwingende monoloog van de [gevestigde] macht ons het zwijgen op te leggen en ons te negeren. En als dat niet lukt, probeert ze ons te criminaliseren.
Het antwoord vanuit politiekringen op deze activiteiten, die ontplooid worden door de nieuwe sociale bewegingen, is geweest: repressie; het onder controle brengen of criminaliseren; dan wel in het gunstigste geval het negeren of bewust stilzwijgen in de media. De kraak- en totaalweigerbeweging hebben sinds hun ontstaan een hoge tol moeten betalen voor hun samenhang en vasthoudendheid: gevangenschap en schorsing in een geval en boetes en veroordelingen in het andere geval. Als extra straf, voor hun dissidentie en hun weigering zich neer te leggen bij onrechtvaardige en teleurstellende maatschappelijke omstandigheden, is daar nog bijgekomen dat de politie op instigatie van de `Vertegenwoordiging van de [centrale] Regering' allerlei activiteiten heeft ontplooid. Die activiteiten zijn erop gericht een dusdanige rigide controle op te leggen, die ons doet denken aan de dictatuur waarin afwijkend denken niet getolereerd wordt. Aanvullende en met voorbedachte rade opgelegde straf is de constante in wat we hier beschrijven.
TRANSICIÓN 51 EN GEHEUGENVERLIES
[...] Niemand zal ontkennen dat het leger van Franco en de bruinhemden gedurende en na de transición op hun oude posities bleven. Een vreemde democratie, die gebouwd is op het vergeten en het ontbreken van een verleden, die degenen die haar 40 jaar lang met voeten getreden hebben op hun posten laat zitten (hetzelfde gebeurde met andere elites, mensen die zich verrijkt hebben en `democraten voor het leven' die nog steeds een hoofdrol spelen in het politieke en economische leven [...]. Conesa, Jesús Martínez, Billy the Kid of Ballesteros 52 zeggen ons weinig, omdat niemand ons verteld heeft wie zij waren, noch heeft iemand de moeite gedaan ons te vertellen wat zij deden. Maar hun optreden heeft school gemaakt.
TEGENOVER EEN MUUR VAN REPRESSIE
„De folteraar is een ambtenaar. [De dictator is een ambtenaar.] Gewapende
bureaucraten die hun baan verliezen als ze hun taak niet naar behoren uitoefenen.
[Zo is dat en niet anders.] Het zijn geen buitengewone monsters. Dat zou
te veel eer zijn".
Eduardo Galeano, `Días y noches de amor y guerra ' [Dagen en nachten van liefde en oorlog - Nederlandse editie: Uitgeverij het Wereldvenster, Baarn, 1983]
Deze onderdrukkende ontwikkelingen worden gekarakteriseerd door een mate van straffeloosheid van en machtsmisbruik door de politie die alarmerend is en, gepaard gaat met onreglementair en illegaal optreden en technieken van maatschappelijke controle die zowel routineus als autoritair zijn. Op het vlak van maatschappelijke controle werden de sociale bewegingen en degenen die daar deel van uitmaken gevolgd, gefilmd en afgeluisterd. Op het justitiële en politionele vlak vonder er aanhoudingen, valse aanklachten, spectaculaire operaties, aanklachten, processen en vonnissen plaats. De sociale gevolgen omvatten: angst, stigmatisering, ernstige zorgen, verlamming van activiteiten. De economische gevolgen omvatten: kosten voor advocaten, processen en aanklachten. De politieke gevolgen bestaan uit: isolering en uitschakeling van de voorstellen. Deze gevolgen voor de sociale bewegingen zijn overduidelijk en behoeven geen verdere uitleg.
Enkel al een balans van anderhalf jaar - tussen juni 1998 en december 1999 - repressie tegen de kraakbeweging, leverde een score op van 59 keren dat er personalia werden opgenomen, 9 gewonden en 1 dode. Daar moeten nog 9 arrestatiebevelen, een oplegging van gevangenisstraf en 11 processen aan toegevoegd worden. Er vonden 32 ontruimingen plaats, waarbij 98 mensen werden opgepakt. Sinds 1996 tot juni 1998 werden er 430 mensen opgepakt, voor wie de officier van justitie een totaalsom van 400 jaar gevangenisstraf eiste. Desondanks bleef het sociale conflict m.b.t. speculatie gewoon voortbestaan: er werden 51 nieuwe panden gekraakt.
Wij eisen het recht op om te kunnen strijden en we zijn ons zeer wel bewust van de risico's die dit streven met zich meebrengt. Wij spelen geen spelletjes. En juist om die reden is het niet verwonderlijk dat er in het politiebureau aan Via Laietana mappen bewaard worden die de afschaffing van de buitenlandse schuld, de demonstraties in Praag en Nice en onze persoonlijke levens documenteren. Als dat geen autoritarisme is met kenmerken van een politiestaat en fascistische trekjes, dan komt het daar toch wel verdacht dicht in de buurt.
EEN ONHEILSPELLENDE HOOFDROLSPELER: GROEP 6 VAN DE INLICHTINGENBRIGADE
„De strijd voor de democratie is nog niet beëindigd. Beter gezegd ze
is net begonnen. We moeten het recht op vrije meningsuiting blijven opeisen,
of het ons nu zint of niet. De politie moet de vrijheid beschermen. Als
ze dat niet doet dan is ze misdadig. Zij en degenen die haar bevelen."
Josep María Terricabras tegenover [het dagblad] Avui, naar aanleiding van de gebeurtenissen op de Autonome Universiteit van Barcelona in januari 1999.
In de sinistere geschiedenis van de afgelopen jaren speelt met name een van de subgroepen van groep 6 van de inlichtingenbrigade van de Nationale Politie een sleutelrol. Die heeft van montages het belangrijkste instrument gemaakt om de sociale bewegingen te ondermijnen. Groep 6 werd in 1996 opgericht en heeft de meest ernstige gevallen van politie montages op zijn kerfstok - die nog eens versterkt werden door het naar de pers laten lekken van `geheime' dossiers. De geloofwaardigheid van die dossiers is nog kleiner dan die van Aramis Fuster 53.
ACCIÓ RADICAL CATALANA: KRONIEK VAN EEN POLITIEMONTAGE
Een van de opmerkelijkste gevallen was hetgeen in december 1997 in Terrassa plaatsvond. Bij die gelegenheid werden vier jongeren op grond van de anti-terrorismewetgeving opgepakt, vervolgens in vrijheid gesteld en voorgeleid aan het gerecht in Terrassa en niet aan de Audiencia Nacional [Spanjes hoogste gewone rechtbank, waar terrorismezaken automatisch onder vallen]. In de eerste berichten, afkomstig van Groep 6, werden de arrestanten ervan beschuldigd een gewapende strijdgroep, genaamd Acció Radical Catalana, te hebben opgericht, die achter diverse acties tegen uitzendbureaus zou zitten. De aanvankelijke verbazing en het wantrouwen werden bevestigd toen de arrestanten eenmaal weer vrij waren. Agenten die behoren tot Groep 6, die zich voordeden als leden van Jarrai die waren gekomen om „hun strijd te exporteren", zetten één van de jongeren aan tot het plegen van diverse „sabotagedaden". Na meerdere acties, zeiden de vermeende Baskische militanten tegen de jongen dat ieder nu voor zich een actie zou uitvoeren en hij werd op de hoogte gesteld van wat zijn doelwit zou zijn. Toen de jongen op de plaats van bestemming aankwam werd hij al opgewacht door diverse stillen, wat een nieuwe montage mogelijk maakte die vier dagen zou duren en die, aangezien de jongen zwaar onder druk werd gezet, gevolgen zou hebben voor drie andere jongeren, die later aangifte zouden doen van mishandeling en het voortdurend onder psychologische druk zetten. De zaak is nog steeds niet afgesloten door de rechtbank van Terrassa. In diezelfde stad hebben de agenten van Groep 6 een plaatselijke afdeling, die een hoofdrol heeft gespeeld bij diverse bedreigingen met de dood en waarvan een van de meest in het oog springende agenten van de Nationale Politie een ex-agent is van de PIDE, de Portugese geheime dienst onder het bewind van de dictator Salazar.
[...]
WE ZIJN HET MACHTSMISBRUIK ZAT
De recentste geval van een politiemontage naar aanleiding van de aanhouding van het `Barcelona Commando' van ETA, heeft dezelfde elementen opgeleverd als de vorige montages, met toevoeging van tot op heden onbewezen zware beschuldigingen, de zoveelste connectie met Jarrai en de toepassing van de antiterrorismewetgeving die 3 tot 5 dagen isolatie met zich meebrengt. Niet alleen voor de arrestanten, maar ook voor de familie, vrienden en advocaten. We verwijzen naar Amnesty International voor meer informatie over de effecten van het bestaan van dit soort speciale wetgeving, die grondrechten met voeten treedt en die marteling mogelijk maakt, die plaatsvindt in Spanje zoals aangeklaagd door de Verenigde Naties, het Comité voor de Preventie van Foltering en ACT 54.
De voorspelbare krantenkoppen in bepaalde dagbladen hebben de onterechte stereotypen van „de kinderen van de benzine"55 nog eens versterkt. Met de aanhouding van het `Barcelona Commando' pretenderen ze de zaak nog verder op te blazen door er in één ruk ook de alternatieve sociale bewegingen met de haren bij te slepen. Met behulp van valse beschuldigingen, criminalisering en eenzijdige berichtgeving worden de koppen tot officiële waarheid opgewaardeerd. Het is opvallend dat de criminalisering keer op keer, enkel en alleen teruggevoerd wordt op vermeende banden met Baskische jeugdorganisaties. Dat is enkel en alleen omdat de acties van de sociale bewegingen openbaar en zonder omwegen zijn, en omdat wat we doen bekend is bij hen die ons kennen. Geconfronteerd met de onmogelijkheid om onze activiteiten te criminaliseren, blijft als enige andere uitweg over om ons in verband te brengen met het Baskische conflict, dat een zorgwekkende en zeer gevaarlijke consensus met totalitaire trekjes en dwang in de richting van eenheidsworst heeft teweeggebracht.
De laatste politieoperatie is uitgelopen op vijf vrijlatingen zonder aanklacht, twee bevelen tot voorlopige hechtenis, drie vrijlatingen op borgtocht tegen betaling van 200.000 pesetas (1216 Euro) en één persoon die zich niet kan verdedigen omdat de rechter hem weigert te ontvangen, hoewel de rechter hem wel verdenkt van medeplichtigheid. De operatie is het begin geworden van een nieuw criminaliseringsoffensief dat de politie via de media voert en gericht is op het criminaliseren van in eerste instantie de kraak- en antifascistische beweging, antimilitaristische protesten en de Catalaanse onafhankelijkheidsstrijd.
Nou ja, `niets nieuws'.
WAT NOG KOMEN GAAT
Wereldbank, Minderjarigenwet en een nieuwe Immigratiewet.
Het politionele autoritarisme, de inperking van de rechten en de toenemende maatschappelijke controle maken deel uit van de democratische regressie die wij menen waar te nemen. De nieuwe Immigratiewet - die onze verpauperde buren uit het Zuiden criminaliseert - , de Minderjarigenwet, de aangenomen Wet op de videobewaking en de computersytemen `Berta' en `Duque de Ahumada' 56 die ons catalogiseren als "risicogroepen", zijn modelvoorbeelden. Waartoe zal deze oude en nieuwe maatschappelijke controle leiden, die voor repressieve doeleinden al gebruik maakt van telematica, informatica en cybernetica? Net als zo vele malen voorheen, hangt het ook nu van ons af. Omdat de strijd voor de herinnering de geschiedenis van de strijd is van personen die zich tegen machtsmisbruik verzetten, zal slechts ons handelen de huidige stand van zaken doen veranderen. De topbijeenkomst van de Wereldbank 57 die in juni [2001] in Barcelona zal plaatsvinden, het monsterproces tegen de antifascisten die op 12 oktober 1999 werden opgepakt (met aanklachten wegens `criminele vereniging'), de straffen van 8 jaar gevangenisstraf die geëist worden tegen degenen die op 23 april 1997 werden opgepakt, of nieuwe sensationele montages van Groep 6 zullen het recht op dissidentie inperken, schenden en ontkennen en onze zelfbepaalde levens onder controle proberen te brengen
SCHENDING VAN RECHTEN, BIJ WIJZE VAN CONCLUSIE
"Wat een schijtzooi is het in ons land, vrienden".
Maruja Torres 58, 28 oktober 1999
De besproken politieoptredens, de maatschappelijke controle, de schending van de individuele-, juridische- en mensenrechten en de repressie van demonstraties zijn een dagelijkse realiteit die aangeklaagd en het hoofd geboden moeten worden. De muur van stilte en afzondering waar deze realiteit aan onderworpen is - onzichtbaar gemaakt en ontkent door de media - en de negatieve gevolgen waarop we ons moeten richten dwingen ons de samenleving uit te leggen wat er gaande is en deze werkelijkheid bloot te leggen. Daarom klagen we in alle openbaarheid aan:
De onderdrukking en criminalisering van de alternatieve sociale bewegingen en de sociale, juridische, economische en culturele gevolgen waar tientallen mensen reeds het slachtoffer van zijn geworden sinds 1996.
De nieuwe politie- en mediamontage die sinds januari 2001 tot stand is gekomen.
De noodzaak van de ontmanteling van Groep 6 en een einde aan de politionele controle en klopjacht.
Het nieuwe autoritarisme dat af te leiden valt uit de nieuwe regressieve wetten die individuele rechten beknotten, fundamentele rechten inperken en de mate van maatschappelijke controle verscherpen.
De belofte om de individuele vrijheid en rechten te verdedigen door het publiekelijk aanklagen van politionele straffeloosheid en het ondersteunen met de broodnodige solidariteit van al die personen die het slachtoffer zijn geworden van deze repressieve ontwikkelingen.
Geconfronteerd met onjuiste of bewust valse berichtgeving in politiecommuniqués, zullen we nog nauwgezetter een beroep op de middelen ter verdediging doen (zoals via de Catalaanse Mediaraad of desnoods de rechtbank).
En tot slot de veroordeling van de politiemontages en de daarmee expliciet verbonden eis van het ontslag van Julía García Valdecasas en Jaime Mayor Oreja.
We verplichten ons ertoe deze eisen te verspreiden en de maatschappelijke, culturele en vakbondssolidariteit en meer in het algemeen de steun vanuit de bevolking te vergroten.
Barcelona, januari 2001
Jullie kunnen ons gezicht aan poeier slaan, maar de glimlach zal blijven.
Bijlage
Chronologie van januari 2001 t/m januari 2002
Overgenomen uit het dossier Informe Julia García Valdecasas; Criminalización y difamación de los movimientos sociales (Barcelona, augustus 2001) en aangevuld met enige recentere gebeurtenissen.
11-1-2001 Aanhouding van M.A.C. in het kader van de Antiterrorismewet zonder dat er enig bewijs voorhanden is. De reden voor de aanhouding is dat de Inlichtingenbrigade hem geregistreerd heeft staan als een strijdbare communistische vakbondsactivist. Na vijf dagen isolatie van de buitenwereld en fysieke en psychologische mishandeling legt hij voor rechter Teresa de Palacios een verklaring af. Zij verzoekt hem begrip op te brengen voor de vergissing waar hij het slachtoffer van is geworden.
12-1-2001 Aanhouding van Dani en Marta in het kader van de Antiterrorismewet. Zij worden aangehouden wanneer Dani een verklaring moet komen afleggen, omdat hij de eigenaar is van een van de woningen die door het ETA-commando als uitvalsbasis zijn gebruikt. Wat een gewone procedure had moeten zijn, draait uit op vier dagen afzondering van de buitenwereld. De enige reden is hun verbondenheid met de [Catalaanse] onafhankelijkheidsstrijd. Nadat vastgesteld wordt dat zij niets afwisten van de activiteiten van hun huurders worden ze door de rechtbank zonder aanklacht op vrije voeten gesteld.
19-1-2001 Arrestatie van Diego in het kader van de Antiterrorismewet. Hij wordt opgepakt in het gerechtsgebouw van Barcelona wanneer hij zich daar wil melden [omdat hij begrepen heeft dat de onderzoeksrechter op zoek is naar hem]. Vanaf het moment dat de politie een arrestatiebevel tegen hem uitvaardigde hebben de media, zonder enige terughoudendheid en zonder respect voor het beginsel dat iedereen in principe onschuldig is totdat het tegendeel bewezen is, de persverklaringen van de politie overgenomen, waarin hij gepresenteerd wordt als het vierde lid van het Barcelona-commando. Tegelijkertijd wordt hij in verband gebracht met de onafhankelijkheidsbeweging en anti-fascistische kringen. Na vijf dagen isolatie en de daarmee gepaard gaande mishandeling, ondertekent hij een verklaring die de politie voor hem had opgesteld. Daarin wordt hij beschuldigd van ondersteuning van het commando. Dat is het enige bewijs op grond waarvan rechter De Palacios zijn voorlopige hechtenis gelast.
20-1-2001 Cesc en Carol worden op grond van de Antiterrorismewet opgepakt omdat ze Diego een nacht onderdak hebben verleend. Dat feit wordt al voldoende geacht om hen vier dagen onder de bepalingen van deze speciale wet vast te houden en hen te beschuldigen van ondersteuning van ETA. Ze worden op een borgtocht van 200000 pesetas (1216,00 Euro) per persoon en met en aanklacht op zak vrijgelaten.
21-1-2001 Klopjacht in de media op Sergi en Laia. Als gevolg van de aanhouding van Diego verspreiden de media het bericht dat er een arrestatiebevel tegen Sergi en Laia is uitgevaardigd omdat ze Diego onderdak zouden hebben verleend. Er blijkt echter überhaupt geen arrestatiebevel uitgevaardigd te zijn. Vanwege de verwarrende situatie melden ze zich zelf bij de rechtbank om het een en ander op te helderen. De dienstdoende rechter weigert hen te woord te staan en verwees ze door naar de Audiencia [het Nationale Gerechtshof dat zich o.a. met aanklachten wegens terrorisme bezighoudt]. Na het afleggen van een verklaring wordt Sergi ondersteuning van ETA ten laste gelegd en op borgtocht vrijgelaten na betaling van 200000 pesetas (1216,00 Euro). Laia, die ze geen verklaring lieten afleggen en buiten de procedure bleef, wordt desondanks ook in de tijd daarna nog regelmatig in de media aangemerkt als ondersteunster van ETA.
21-1-2001 Criminalisering in de media van Zigor. Een ander doelwit van de criminaliseringspolitiek is de kraakbeweging, gepersonifieerd door Zigor, inwoner van Terrassa en actief lid van de kraakscene. De massamedia maken melding van een niet bestaand opsporingsbevel tegen hem. Om die reden en om zijn fysieke integriteit te beschermen, meldt hij zich op 22 januari bij de Audiencia, waar hij iedere band met het commando ontkende. Desondanks wordt hij in voorlopige hechtenis genomen op beschuldiging van ondersteuning van een gewapende bende. Deze beschuldiging is enkel en alleen gebaseerd op de onder druk afgelegde verklaring van Diego en de criminalisering waarvan hij en de kraakbeweging het slachtoffer zijn geworden in de media.
10-2-2001 De Movimiento de Resistencia Global [Beweging van Globaal Verzet - antiglobaliseringsnetwerk uit Catalonië] organiseert een ledenvergadering in Lleida [Lerida]. Na afloop van de bijeenkomst komen alle deelnemers in een controlefuik van de Mossos [`autonome' Catalaanse politie] terecht. Het blijkt een antiterroristische operatie te betreffen. De smoes: er zou een ontvoering in de buurt hebben plaats gevonden en het signalement van de daders zou overeenstemmen met dat van de deelnemers aan de vergadering. Gemaskerde en tot de tanden gewapende agenten registreren de identiteit van alle aanwezigen.
16-2-2001 Een bus vol mensen vertrekt uit Barcelona om het proces tegen de Franse boerenactivist José Bové, die terecht moet staan wegens een antiglobaliseringsactie, bij te wonen. In de grensplaats La Jonquera wordt de bus door zes busjes van de Nationale Politie tot staan gebracht en de identiteit van alle inzittenden vastgelegd. Enige weken later treft een actieve antiglobaliseringactivist een persoon in zijn woning aan die zijn hele woning over hoop blijkt te hebben gehaald. Kort na de inbraak ontdekt de jongeman dat de harde schijf uit zijn computer is verdwenen.
22-3-2001 Drieentwintig busjes van de Nationale Politie vallen de [Barcelonese] wijk Sant Andreu binnen en ontruimen zes huizen. Die zelfde middag wordt er uit protest tegen deze gang van zaken een `sit in' gehouden voor de deur van het deelraadskantoor Tegen negen uur 's avonds wordt de groep mensen bij verrassing omsingeld door 40 man ME van de Gemeentepolitie die onder bedreiging van charges met de wapenstok de demonstranten verdrijven.
23-3-2001 Om een uur of zes 's middags pogen een veertigtal mensen opnieuw een `sit in' te houden op het plein voor het deelraadskantoor. Bij aankomst blijkt het plein vol te staan met ME van de Gemeentepolitie. Als men probeert een drietal tenten op te zetten poogt de ME die in beslag te nemen en voert harde charges uit tegen de mensen die dat proberen te verhinderen. Korte tijd later nadat de demonstranten met vruchteloos praten gepoogd hebben de ME te bewegen tot het teruggeven van de tenten en tot het verlaten van het plein, vindt er wederom een charge plaats. 's Nachts, nadat het plein allang verlaten is, komt een buurtbewoner van zijn werk terug. Bij het verlaten van de metro wordt hij ontvoerd door agenten van de Gemeentepolitie. Het eindsaldo is 18 gewonden (waarvan één iemand met een gebroken arm),een bedreigde fotograaf en een vernielde camera van Barcelona Televisión. In de loop van de week daarna worden meerdere mensen hinderlijk gevolgd en bedreigd door agenten. Om die reden dienen meerdere buurtverenigingen een klacht in tegen de Gemeentepolitie.
31-5-2001 Na de ontruiming van een drietal woningen in de wijk Guinardó, blokkeren een honderdtal mensen de La Rovira-tunnel en trekken vervolgens op naar het deelraadskantoor. De drie agenten van de Gemeentepolitie en de stillen die hen begeleiden worden nerveus en twee agenten trekken hun pistool en richten op de demonstranten.
11-6-2001 Tijdens een demonstratie voor het politiebureau van de wijk La Verneda, ter ondersteuning van 7 arrestanten die zijn opgepakt tijdens de ontruiming van twee huizen in de wijk Gracia, worden vier personen wederrechtelijk uren vastgehouden ter vaststelling van hun identiteit.
21-6-2001 Als reactie op de ontruimingsgolf, de intimidatie en het molesteren van mensen [door de politie] in de wijk Gracia (in zes maanden werden 26 panden ontruimd) wordt er een picketline tegen het politieoptreden georganiseerd. De dertig personen die deelnemen worden omsingeld en gevolgd door twintig busjes met ME-ers.
23-6-2001 Een geplande demonstratie uit protest tegen de voortdurende aanwezigheid van grote hoeveelheden stillen in de wijk Gracia, wordt onmogelijk gemaakt door een overmacht aan opgetrommelde politie.
24-6-2001 De manifestatie tegen de Wereldbank [die plaatsvond ondanks het niet doorgaan van de halfjaarlijkse vergadering van dit instituut] is een succes. Zo'n 20000 mensen trekken door het centrum van Barcelona. In de staart van de demonstratie vernield een groepje van veertig personen ruiten van banken, etc. Op de hoogte van de straat Gran Vía, voegen zich 25 vermomde personen bij de demo, die overduidelijk als stillen te herkennen zijn. Op het Cataluña-plein arresteren zij temidden van duizenden demonstranten twee jongelingen. De omstanders proberen hen te ontzetten. Dit incident wordt door de ME aangegrepen om het plein schoon te vegen. Tweeentwintig mensen worden opgepakt en 60 mensen raken gewond. 's Middags verbiedt de politie een anarchistische demonstratie en voert een charge uit tegen een manifestatie in de Macba (nog 12 gewonden). Hierbij dient nog aangemerkt te worden dat er in de weken voorafgaand aan de demonstraties tegen de Wereldbank meer dan 500 keer mensen aangehouden worden om hun identiteit vast te stellen en dat stillen zich onder de deelnemers aan de tegentop hebben gemengd.
17-7-2001 Vanwege de ontruiming van een pand in de Barcelonese wijk La Salut, schieten meerdere mensen te hulp, waaronder bewoners van het pand Kasa de la Muntanya. Het ontruimde pand is gelegen schuin tegenover Kasa de la Muntanya. De politie maakt gebruik van het ruim voorhanden zijn van manschappen en valt, zich beroepend op het verzet dat vanuit het pand wordt gepleegd, het pand binnen en verwijdert wederrechtelijk materiaal en houdt wederrechtelijk 17 personen aan en blijft langere tijd in het pand, waardoor de inval in feite een illegale ontruiming wordt. Dit alles zonder ook maar een enkel gerechtelijk bevel. Ondertussen veroorzaakt de illegale inval en het botte geweld buiten het pand veel verzet van mensen die zich verzetten tegen de ontruimingen. Er vinden in de hele buurt charges plaats, nog een tweetal mensen worden opgepakt, er wordt gepoogd het pand Los Blokes te ontruimen, als dat niet lukt wordt het tot zeven uur 's avonds omsingeld. Tijdens deze botsingen verliest een jongen een oog als gevolg van een rubberkogel die hem recht in het gezicht is geschoten vanaf een afstand van tien meter.
24-8-2001 Enkele vermeende leden van het Barcelona-commando van ETA worden opgepakt.
9-9-2001 Sonia en Alberto worden opgepakt op beschuldiging de voortvluchtige Juan Ramón (Juanra) te hebben geholpen bij zijn vlucht. Juanra wordt gezocht wegens belastende verklaringen tegen zijn persoon die onder druk door één van de opgepakte vermeende leden van het Barcelona-commando zijn afgelegd. Deze zelfde dag wordt José opgepakt op beschuldiging één van de vermeende ETA-leden in januari 2001 onderdak verleend te hebben.
Oktober 2001 De Barcelonese Asamblea de Okupas, een samenwerkingsverband van een deel van de Barcelonese krakers distantieert zich van ETA, maar veroordeeld tegelijkertijd de Baskenlandpolitiek van de Spaanse regering.
19 januari 2002 In Amsterdam wordt op verzoek van Spaanse autoriteiten Juan Ramón (Juanra) gearresteerd op beschuldiging van ondersteuning van ETA. Enkele weken later wordt, bij het officiële indienen van het uitleveringsverzoek, de aanklacht verzwaard tot lidmaatschap van ETA.
NOTEN
1 Dit definitieve dossier heb ik [vertaler] nooit ergens aangetroffen, het is de vraag of het ooit verschenen is.
2 De Baskische nationalistische jeugdorganisatie die verbonden is aan het zogenaamde KAS-blok, waar ook onder andere Herri Batasuna - de `politieke arm' van de ETA - deel van uitmaakt. Voor meer info zie het boek Baskenland autonoom?! Revolutionair en nationalisties verzet in Euskadi (De Roode Hond, Den Haag, 1988).
3 De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken. Zijn achternaam betekent letterlijk vertaald: meesterafluisteraar. Tegenwoordig is hij leider van de Partido Popular in Baskenland.
4 Elk jaar wordt op deze datum de `Dag van het Ras' (ook wel versluierd aangeduid als `Dag van de Spaansheid') gevierd - oorspronkelijk als herdenking van de `ontdekking' van Amerika door Columbus bedoeld - die vaak door neofascisten wordt aangegrepen om te ageren tegen buitenlanders.
5 Spaanse binnenlandse veiligheidsdienst.
6 Minister van Defensie.
7 Rechtse regeringspartij die geleid wordt door premier José María Aznar López en voortkomt uit het franquistische establishment.
8 CPT is de Conventie voor de Preventie van het Martelen.
9 Nationaal Gerechtshof dat, onder andere, belast is met de berechting van vermeende overtreders van de Antiterreur Wetgeving.
10 Bedoeld worden de twee opgepakte vermeende leden van het Barcelona Commando.
11 Minister van Binnenlandse Zaken.
12 Tijdens het reeds genoemde bezoek van premier Aznar in januari 1999.
13 Garzón is de Spaanse federale rechter die belast is met de uitvoering van de meeste gerechterlijke vooronderzoeken in verband met de terrorismewetgeving. Eveneens leidde hij het halfslachtige onderzoek tegen het door de Spaanse overheid aangestuurde doodseskader GAL, dat in de jaren tachtig aanslagen op een groot aantal vermeende ETA-leden uitvoerde en daarbij 25 dodelijke slachtoffers maakte.
14 PUA = Plataforma de la Unidad de Acción [Platform voor Eenheidsactie] is een samenwerkingsverband van Catalaanse groepen die naar onafhankelijkheid streven.
15 Voormalige Spaanse minister (onder de sociaaldemocratische regering van Félipe Gónzalez) en vertegenwoordiger van de linkervleugel van die partij, die enige tijd na deze demonstratie door een ETA-Commando in Barcelona vermoord werd.
16 Baskische term waarmee de ieder weekend terugkerende activiteiten van radicale nationalistische jongeren bedoeld worden. Die activiteiten bestaan uit het aanvallen (met stenen, molotov cocktails of andere eenvoudige middelen) van doelen die als anti-nationalistisch worden aangemerkt (zoals partijkantoren van de PSOE en PP, of Spaanse banken,enz.).
17 De GRAPO (Antifascistische Verzetsgroepen van de Eerste Oktober) is een marxistisch-leninistische stadsguerrilla groep, die verbonden is met de PCE (r) [de heropgebouwde Comunistische Partij van Spanje], en in de loop van de jaren zeventig actief werd. Van deze groep zit nog een groot aantal leden in de bak. De laatste jaren lijkt de groep definitief opgerold. Door critici van de GRAPO wordt al langere tijd beweerd dat deze groep alleen nog maar als opzetje van de geheime diensten functioneert en al langere tijd door deze diensten gemanipuleerd wordt. In een themanummer van het Spaanse anarchistische tijdschrift Amor y Rabia wordt zelfs gesteld dat GRAPO van het begin af aan een instrument zou zijn geweest in handen van de Spaanse tak van Gladio [zie nummer 62, april-juni 2001, pag. 22-23, http://usuarios.tripod.es/amoryrabia].
18 Deze top die gepland stond voor medio juni 2001, ging uiteindelijk niet door. De Wereldbank blies de vergadering af uit angst voor grootschalige onlusten. De protesten tegen de geplande top vonden, ondanks het niet doorgaan van de top, gewoon doorgang. Bij deze protesten doken ook geregeld agent-provocateurs op die probeerden ongeregeldheden uit te lokken.
19 Deze top vond in het najaar van 2000 plaats en was het toneel van grootschalige schermutselingen tussen demonstranten en politie.
20 Deze top vond plaats in de zomer van 2000 en verliep relatief `rustiger' ondanks massale protesten.
21 Voormalige landelijke chef van Guardia Civil (zie volgende noot) die nauw betrokken was bij het door de Spaanse regering opgezette doodseskader GAL. Roldán was lange tijd spoorloos, totdat hij midden jaren negentig werd opgepakt en tot 32 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. De hoogst verantwoordelijken zoals de voormalige ministers van Binnenlandse Zaken Barrionuevo en Corcuera werden, zoals te verwachten was, vrijgesproken.
22 Paramilitair politiecorps, dat onder Franco berucht was voor zijn mensenrechtenschendingen. Na de overgang naar de parlementaire democratie (vanaf 1975) bleef de Guardia Civil intact en alle voor mensenrechtenschendingen verantwoordelijke officieren bleven op hun post. Nog steeds staat de Guardia Civil bekend om zijn hardhandige optreden.
23 Een van de hoogst verantwoordelijken voor het door de Spaanse overheid aangestuurde doodseskader GAL (zie ook noot 13).
24 Letterlijk vertaald: schijt op het leger.
25 Het is onduidelijk of hier de Liga Catalana Revolucionaria [Catalaanse Revolutionaire Liga] of de Lliga Comunista Revolucionaria [Revolutionair Comunistische Liga] bedoeld wordt. De laatste was een maoïstische splintergroepering die actief was in de periode 1971-1986. De eerste was een communistisch getinte Catalaanse groepering die voor onafhankelijkheid ijverde aan het eind van de jaren zeventig.
26 Spaanse Binnenlandse Veiligheidsdienst.
27 Stedelijk netwerk waarin een deel van de kraakgroepen in Barcelona samenwerken.
28 Cuerpo Nacional de Policía [Nationaal Politie Corps] is de officiële benaming voor het corps van de landelijke politie (in tegenstelling tot de `autonome' politiecorpsen van de Baskische Ertzaintza en de Catalaanse Mossos d'Esquadra, en de paramilitaire Guardia Civil).
29 Hij was één van de hoofdverantwoordelijken voor het botte geweld bij een demonstratie in 1992 in Sevilla tegen de aldaar gehouden Wereldtentoonstelling en de viering van 500 jaar `Ontdekking van Amerika'. Uiteindelijk werden er 38 mensen opgepakt, die ernstig mishandeld werden gedurende en na hun aanhouding, en drie mensen met kogelwonden omdat de politie het vuur opende op de demonstranten.
30 `Autonome' Catalaanse politie (vergelijkbaar met het Baskische corps Ertzaintza) die alle gewone politietaken (inclusief Mobiele Eenheidwerk) uitvoeren in de `autonome' regio Catalonië en onder de verantwoordelijkheid vallen van het Catalaanse regiobestuur.
31 Dit fragment lijkt enigzins overtrokken. Tijdens de Eurotop in Amsterdam werden enkele honderden mensen opgepakt, waaronder enkele honderden mensen die net de kraakkroeg Vrankrijk hadden verlaten. Deze mensen wilden een lawaaidemonstratie gaan houden bij het Amsterdamse hoofdbureau van politie. Bij het verlaten van het pand werd de groep ingesloten door ME en collectief opgepakt op beschuldiging van Artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht, lidmaatschap vann een criminele organisatie. De arrestanten werden na afloop van de Eurotop weer vrijgelaten. Enkele tientallen uit het buitenland afkomstige arrestanten werden uitgewezen en in veel gevallen zonder hun spullen en papieren op het vliegtuig gezet. Van speciale wetgeving was dus geen sprake, wat verder niets afdoet aan de opschudding die onsttond door het het gebruik van het verwerpelijke artikel 140. Enkele duizenden mensen demonstreerden het weekend na de Eurotop in Amsterdam tegen de grootschalige repressie. Van beschuldigingen wegens „lidmaatschap van een gewapende bende" en „terrorisme" tegen arrestanten is niets bekend en lijkt een verkeerde interpretatie van de inhoud van artikel 140.
32 Een andere naam voor het zogenaamde KAS-blok dat bestaat uit: ETA, de politieke partij Herri Batasuna, de jeugdorganisatie Jarrai, de organisatie die politieke gevangen ondersteund Gestoras por la Amnistia, de vrouwenorganisatie Egizan en de vakbond LAB.
33 Ex-voorzitter van de regeringspartij Partido Popular.
34 Tribunal Superior de Justicia de Cataluña is het Oppergerechtstribunaal van Catalonië.
35 Stedelijk netwerk van kraakgroepen in Barcelona waar een deel van de kraakbeweging in samenwerkt.
36 Vergelijkbaar met het Amsterdamse Paradiso. Het is een gelegaliseerd kraakpand [vroeger was het een rangeerterrein voor treinen], dat tegenwoordig de functie vervult van een gesubsidieerd cultuur- en buurtcentrum in de wijk Sants. Er worden echter ook geregeld manifestaties of grote benefietconcerten gehouden. Een van de weinige plekken waar radicaal linkse groepen grotere manifestaties of concerten kunnen organiseren.
37 Ricardo Martí Fluxá, staatssecretaris van veiligheidszaken (PP).
38 Plaatsvervangend vertegenwoordiger van de centrale regering in Catalonië, ondergeschikt aan Julia García Valdecasas.
39 Unidad de Policía Administrativa de Seguridad, vergelijkbaar met de Nederlandse Mobiele Eenheid (ME).
40 Spaanse binnenlandse veiligheidsdienst.
41 Hoofdredacteur van de Telegraaf-achtige krant La Razón.
42 Herri Batasuna, de `politieke arm' van ETA.
43 Spaanse versie van de Telegraaf en dan nog een paar gradaties erger [ja, dat is mogelijk!].
44 Terra Lliure [Vrij Land] is een Catalaanse afscheidingsbeweging die in de jaren zeventig en tachtig gewapenderhand voor dat doel streed. Tegenwoordig is de groep niet meer actief. Er zitten nog wel een aantal leden van in de bajes.
45 Girona (in het Spaans Gerona) is een middelgrote stad een kilometer of veertig noordelijk van Barcelona.
46 Baskische pro-nationalistische tijdschrift dat veel onderzoeksjournalistiek bedreef en enige tijd later door rechter Garzón werd verboden. Ardi Beltza werd, net zo als het nog wel verschijnende vervolgtijdschrift Kale Gorria geleid door de bekende Baskische onderzoeksjournalist Pepe Rei, die al in de jaren tachtig veel onthullingen op zijn naam zette mbt het door de Spaanse regering opgezette doodseskader GAL [zie noot 13].
47 De periode na de dood van Franco in 1975, tot het aan de macht komen van de sociaaldemocratische partij PSOE (in 1982), wordt meestal met de term transición [overgang] aangeduid. Deze periode werd gekenmerkt door grote sociale onrust, arbeiders- en studentenopstandjes en wilde stakingen.
48 In Spanje bestaat al sinds jaren een identificatieplicht. Iedere burger moet zich altijd en overal kunnen identificeren wanneer een agent daarom vraagt. Dit gebeurt met name veel bij manifestaties en demonstarties. Zo kan op vrij eenvoudige wijze de identiteit van grote groepen politiek actieve mensen worden vastgelegd.
49 In Spanje heeft het aantal banen zonder vaste aanstelling een enorme vlucht genomen. Bijna iedereen wordt op een tijdelijk contract aangenomen, veelal na bemiddeling van een uitzendbureau. Al jaren wordt er actie gevoerd tegen uitzendbureaus (een fenomeen dat in Nederland eigenlijk onbekend is).
50 Sinds bijna twintig jaar de gouverneur van de `autonome' regio Catalonië en leider van de Catalaanse rechts-nationalistische partij Convergencia y Unidad [Samenkomst en Eenheid].
51 Zie noot 44.
52 Enkele (bij)namen van kopstukken uit de economische elite die verwikkeld waren in grote financiële schandalen. De finesses heb ik niet kunnen achterhalen.
53 Bekende televisiewaarzegster.
54 Associación Contra la Tortura [Vereniging tegen de Folter] is een organisatie die zich bezig houdt met het in kaart brengen van gevallen van mishandeling en folter door politieagenten. Onder andere op hun website deden ze verslag van deze onderzoekingen. Tevens volgden ze rechtzaken tegen aangeklaagde agenten. De namen van die agenten en het schaarse aantal veroordelingen dat voortvloeide uit de aanklachten waren daar ook na te lezen. Waren, want het Agentschap voor Databescherming liet de website op 8 maart 2002 van het net halen „wegens schending van de privacy". De website is meervoudig gespiegeld op buitenlandse websites (bijv.: http://squat.net/mirrors/actortura)
55 Hiermee wordt gezinspeeld op jeugd die met molotovcocktails gooit.
56 Namen van enkele databanksystemen waarmee de Spaanse politie werkt.
57 Deze bijeenkomst werd uiteindelijk afgeblazen door de Wereldbank uit vrees voor massale protesten (die ook aangekondigd waren door het Spaanse en internationale netwerk van groepen die met anti-globaliseringsstrijd bezig zijn).
58 Bekende Spaanse romanschrijfster en journaliste.
|