Vermeend ETA-lid Juanra Rodriguez vecht al bijna 150 dagen tegen zijn uitlevering aan Spanje 'Volkskrant 11 juni 2002

- Van onze verslaggever Iñaki Oñorbe Genovesi

Ontspannen neemt vermeend ETA-lid Juanra Rodriguez maandagochtend plaats achter bezoekerstafel nummer 16. Eén uur heeft de gevangen zanger en literator uit Barcelona om van zijn visite te horen hoe de strijd voor zijn bevrijding buiten de muren van de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught verloopt.

'Zeven mensen die voor mij zijn gearresteerd?' Vol ongeloof luistert Juanra (35) naar het verslag van de uit hand gelopen demonstratie in Amsterdam. Tientallen sympathisanten bestormden afgelopen weekeinde het Spaans consulaat aan het Frederiksplein en werden hardhandig door de ME verwijderd.

'Dit soort momenten geven mij de energie om door te gaan. Om strijdbaar te blijven tot er een beslissing valt.' Even brandt in zijn ogen het vuur dat hem als zanger van de politiek militante rockband KOP grote furore bracht in Catalonië en Baskenland. Dan lijkt hij weer te beseffen waar hij is: in de strengst bewaakte gevangenis van Nederland.

En dat al bijna 150 dagen lang. Wachtend op het vonnis van de rechter, die oordelen moet of hij aan Spanje mag worden uitgeleverd. Madrid wil hem hebben. Dolgraag zelfs, omdat Juanra banden zou hebben met de Baskische terroristische beweging ETA.

'De beschuldiging was enkel gebaseerd op een verklaring van García Jodra, een lid van het opgerolde ETA-commando Gorbea', verklaart Juanra. 'Hij noemde mij Marc en gaf mijn signalement op. Meer niet.' Nou maakt Juanra wel vaker gebruik van een alias. Zo noemde hij zich bij KOP geregeld Carlos Boada en ondertekende hij zijn boekrecensies met Juan Ramon Netchaiev. Maar Marc, nee.

'Leg dat maar uit aan de Spaanse politie', zegt Juanra vertwijfeld. 'Als linkse activist en vooraanstaand lid van de Barcelonese kraakbeweging verspilde moeite. Je staat in een kwaad daglicht, hoe mager ook de bewijzen.'

Dus dook Juanra begin september 2001 onder. 'Ik had twee opties: uit handen van de Spaanse politie blijven en het kantoor van onderzoeksrechter Baltasar Garzón bereiken om mijn verhaal te vertellen of vluchten naar het buitenland. De eerste optie kun je haast vergelijken met Mission Impossible. Dus werd het de trein naar Amsterdam.'

Hij ging naar zijn vrienden in krakersbolwerk Vrankrijk. Het pand aan de Spuistraat werd echter begin januari 2002, met het huwelijk van prins Willem-Alexander en Máxima in het vooruitzicht, uitvoerig door politie en justitie in de gaten gehouden.

Op 16 januari besloot justitie op verzoek van Madrid in te grijpen. In een bomvolle Albert Heijn bij de Dam werd Juanra door een arrestatieteam overmeesterd. Juanra werd naar Vught overgebracht, waar hij te horen kreeg dat de Spaanse aanklager Enrique Molina zijn tenlastelegging heeft verzwaard. Juanra heeft niet alleen samengewerkt met de ETA, hij zou zelfs lid zijn van de terroristische beweging. Een uitleveringsverzoek volgde.

Woedend is Juanra: 'Bewijzen ontbreken. Er zijn geen vingerafdrukken. Geen incriminerende stukken. Ook de bezwarende verklaring van García Jodra is ingetrokken. Bovendien zou hij die verklaring onder dwang van marteling hebben afgelegd.'

Marteling. Het woord is gevallen. Panisch is Juanra voor het moment dat hij eventueel de vliegtuigtrappen op het Madrileense vliegveld Barajas moet afdalen. 'Dan ben ik overgeleverd aan de grillen van de Guardia Civil.' Hij wijst op het Spaanse incommunicado-systeem. Volgens die regel mag een arrestant vijf dagen lang afgesloten van de buitenwereld worden verhoord.

'Een periode waarin steevast gemarteld wordt', zegt hij haast fluisterend. Dit is wat Juanra het meest vreest. Dat hij straks gedwongen iets ondertekent en anderen in de problemen brengt. Veel banger nog dan voor het feit dat, eenmaal in een Spaanse cel, het jaren kan duren voordat hij voor de rechter komt.

Een recent rapport van Amnesty International lijkt hem gelijk te geven. Amnesty tikte Spanje op de vingers vanwege het stelselmatig schenden van de mensenrechten door de politie bij aanhoudingen en verhoren. Daarom heeft Juanra zijn hoop gevestigd op de Nederlandse rechter. 'Die moet 25 juni gehakt maken van het Spaanse dossier.'

Opvallend is dat Juanra bij een negatief rechterlijk oordeel niet in hoger beroep zal gaan. Zeer tot ongenoegen van zijn honderden sympathisanten in Nederland, Spanje en ook Duitsland. 'Het heeft geen zin. Kijk naar Esteban Murillo. Ook hij werd van banden met de ETA beschuldigd. Anderhalf jaar lang hoopte hij in de Haarlemse Koepelgevangenis aan zijn uitlevering te ontkomen. Uiteindelijk stuurde de minister van Justitie hem in juli 2000 terug.'

Vorige maand is Murillo in Spanje alsnog vrijgesproken. Toch wil Juanra zich eenzelfde Nederlands scenario als Murillo besparen. Juanra wil dicht bij zijn vrienden en zijn 9-jarig zoontje zijn. Een beslissing en klaar.

'Wat heeft het voor zin om hier anderhalf jaar te zitten? In een cel waar ik niks kan of mag. Mijn hele leven staat in het teken van de strijd. Tegen ongelijkheid. Tegen onrecht. Hier is mijn enige strijd die tegen de verveling: zet ik wel of niet de televisie aan?'